Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Het is alleen maar slim om...

4 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Nar

Nar
Moderator

Nar schudde haar kop voor ze haar hoeven traag in beweging zette. Ze likte langs haar praktisch altijd droge mondhoeken. Dorst. Gruwelijke dorst. Nar brieste en rilde huiverend toen ze de lucht door haar droge keel voelde schrapen. Ze draaide met haar oren en duwde uiteindelijk met haar hoef de schedel rond haar kop rechter. Ze blikte koel rond, op zoek naar de Godendrank genaamd water. Ze spitste haar oren en liep richting het geluid waarin massa's water over de stenen heen gleed. Met een donderend geraas belandde de natte vloeistof vervolgens op de bodem en daarna met een rotvaart de berm in te spoelen. Nar blies de lok uit haar ogen en stapte parmantig verder. Ze wist al dat dit niet het gebied zou worden waar zij zich thuis ging voelen. Nar was absoluut niet van de goedaardige troep en walgde dan ook van het grootste gedeelte van de paarden. Desondanks had ze geen enkel probleem met paarden die zichzelf onder de groep "neutraal" plaatsten. Ze konden weliswaar geen kant kiezen, maar ze gilden immers niet om het minste en briesten ook niet als een horde jonge veulens dat z'n ouders net was verloren en nu verdwaald door het bos liep. Menig dier sloeg op de vlucht als ze Nar's angstaanjagende verschijning zagen. Nar moest toegeven dat ze niet moeders mooiste was. Dat was ongetwijfeld haar zusje, waar ze absoluut niet mee door één deur kon. Nar likte nog eens langs haar mond toen ze het water verder hoorde stromen. Onbewust versnelde ze haar pas. Nar was niet het type dat ervan hield in de rug te worden aangevallen of überhaupt te worden bespioneerd. Ze analyseerde de omgeving voor Nar een stap dichterbij het water zette. Ze was niet bang, zeer zeker niet, maar ze was liever voorbereid. Terwijl Nar zich een weg baande door het natte gras, bestudeerde ze de plek. Als iets eenmaal in haar geheugen stond, was het er bijna niet meer uit te krijgen. De zwarte merrie boog zich naar voren en nam een slok uit het water. De schedel om haar kop werd nat, maar die kon wel tegen een stootje. Terwijl Nar haar dorst leste, proefde ze het water. Het smaakte nergens naar. Het was puur om vocht aan je lijf toe te voegen. Nar merkte dat haar keel smachtte naar wat warmers, iets waar wel degelijk smaak aan zat. Gelijk brandde haar keel en spuwde ze het water uit. Wat smaakte dat naast die gedachte ranzig! Nar draaide zich daarna om. Ze had een weerspiegeling in het water gezien.'
'Wel wel, en wie mag jij dan wel wezen?'

Nevaeh

Nevaeh

Het was een verschrikkelijk hete dag. Veel te het voor een herfst. De zon smeet zijn krachtige stralen genadeloos naar beneden, en verwarmde zo de aarde en iedereen die erop leefde en rondhobbelde. En zij, de inktzwarte merrie die zichzelf in een sjokkende stap vooruitsleepte, moest nét de pech hebben een wintervacht te hebben. Het hield de zon bij zich als een snikhete deken, en als de bomen er niet waren om haar te beschermen, voor zover het beschermen te noemen was, dan had ze het gevoel te stikken. Haar borst ging wat sneller omhoog en omlaag dan normaal, want op zo'n hete dag vervloekte ze haar ras, haar kleur, haar dikke vacht.... Dorst teiserde haar, al uren. Het was klam en heet, muskieten zoemden irritant rond haar lichaam waardoor ze steeds geprikkeld met haar staart van links naar rechts sloeg, en haar kop schudde om die irritante insecten weg te jagen. Een vloek rolde uit haar keelgat toen één van de insectjes zo brutaal was zijn angel in haar kaak te steken. Als ze niet snel water kon vinden, vroten de muggen haar op of smolt ze weg onder de zon. Toen het geluid van kletterend water haar oorschelpen binnedrong haalde ze een tong langs haar lippen. Spontaan ging ze over in een soepel en krachtig drafje. Onderweg pikte ze wat van het droge gras van de grond, en kauwde erop. Een sprietje stak uit haar mondhoek. Eenmaal bij de watervallen aangekomen zag ze dat ze niet alleen was. De merrie had haar opgemerkt. Ze draaide zich om. De wenkbrauwen van Nevaeh vlogen omhoog toen ze recht tegen een schedel aankeek, met daaronder een doodgewoon paardenhoofd. Ze liet haar blik over het dier glijden, dat iets jonger leek dan haarzelf, maar met dezelfde kleur vacht. Ze stopte met kauwen, echter hing het gele dorre sprietje nog steeds uit haar mond. "Rustig maar, hamshira, ik ben iemand met verschrikkelijke dorst, net zoals jij waarschijnlijk?" Ongemerkt gleed haar blik over de schedel, die als een helm rond haar hoofd zat, gaan en vroeg zich af hoe die in vredesnaam over het hoofd van de merrie pastte. Verveeld kauwde ze door op het sprietje, ondertussen trilde haar huid tegen de vliegen en ander ongedierte. "Zég, als ik zo onbeleefd mag zijn een vraag te stellen... Ben jij halfdood?" Hoe moest die schedel anders rond haar kop gekomen zijn?


SNEEKY EDIT VAN AMIYA: Pssst, hou er wel rekening mee dat het herst en al bijna weer winter is. (a)

Nar

Nar
Moderator

Nar liet haar blik over de zwarte merrie glijden. Niet bijzonder, bijna saai te noemen. Waren hier soms qua uiterlijk geen unieke paarden? De zon brandde op haar roetzwarte vel en onder de schedel plakte haar huid wat. Het zag er idioot uit toen de zwarte merrie plotseling stopte met kauwen en Nar kon dan ook een kleine grijns niet onderdrukken. Ze schudde de pluk vervolgens uit haar ogen en bekeek de zwarte Fries nu minder zorgvuldig, bijna oppervlakkig te noemen. Aan haar te zien was dit niet het type dat volgde. Zeer zeker niet zelfs. Eerder het type dat het alleenrecht voor zichzelf op zou eisen wanneer het dier de kans kreeg. Nar kuchte een keer voor ze antwoordde.
'Hamshira? Dat is nieuw, wat betekend het?' vroeg ze met een gepaste nieuwsgierigheid die naadloos bij haar uiterlijk aansloot. Dorst. Hmmm. Ze dacht niet echt na voor ze antwoordde. Het antwoord was immers zo klaar als een klontje na haar vorige gedachten. Het was best mogelijk dat deze merrie dat ook prefereerde boven water. Die indruk wekte ze in ieder geval wel.
'Niet meer. Het water smaakte behoorlijk smakeloos naast wat ik in gedachten had,' mompelde Nar zakelijk. Goh, het eerste waar ze standaard mee kwamen als ze haar zagen. Haar schedel. Nar rolde een keer met haar ogen. Was deze merrie al net zo voorspelbaar?
'Ja ik ben halfdood en ben even teruggekomen uit de onderwereld. Ook leuk om jou te ontmoeten.... brieste Nar cynisch. Ze had de stilte opengelaten zodat de merrie wellicht naar naam zou kunnen vertellen. Niet dat Nar daar zo verschrikkelijk nieuwsgierig naar was, het was misschien wel handig om te weten. Wist ze in ieder geval wel onorigineel en fantasieloos dier ze moest ontwijken. Ze zwiepte met haar staart en liet haar tong langs haar lippen gaan. Verdorie wat was een droge mond vervelend! En als ze er nu één keer last van had, maar nee, praktisch de hele tijd. Nar trok iets haar wenkbrauw op en brieste vervolgens. Vermoeiend. Zwaar vermoeiend.

Mort

Mort

x Mort x

Het leek alsof er alleen maar water was in DH, eerst een kolkende rivier nu een waterval die met een hels kabaal naar de afgrond storte. Hij bleef even staan, om te kijken. Je kwam immers niet iedere dag zoiets tegen, tenminste niet waar hij vandaan kwam. Misschien was het hier wel iets heel gewoons, you never know. Mort sloeg met zijn staart tegen zijn achterste, wat een soort tik van hem geworden is, hij dacht er niet meer bij na en sloeg waarneer hij het nodig vondt met zijn lange dikke zwarte zwarte tegen zijn achterste. Zijn zwarte ogen wende zich af van de waterval, en voegde zich op de weg voor hem. Hij had nog een flinke weg te gaan, hij was razend nieuwsgierig naar de andere gebieden hier in DH. Hij spande kort zijn spieren waarna hij verder stapte in een ontspannen stapje.

Niet lang nadat hij een stukje had gelopen, trokken twee paarden zijn aandacht. Even bleef hij staan, waarbij hij zijn nek wat aanspande zodat hij hoofd hoger kwam te staan. Zijn ogen vormde spleetjes, twee merries. Op zijn lippen vormde een verfrommelde lach, hij naderde beide paarden. 'Wel, wel merries. Houden we een theekransje?' Zijn stem klonk ligt geamuseerd. Hij bracht zijn mond bij het water en dronk, waarbij hij kort wegkeek van de merries. Opnieuw sloeg hij twee keer achter elkaar met zijn staart tegen zijn achterste. Hij bracht zijn hoofd omgaan en draaide zich richting beide merries. Water droop van zijn lippen, 'Gegroet, Mort is de naam' Mort verranderde snel van karakter, waar hij ook erg goed in was. Dit was de speelse geamuseerde Mort. En genoot gewoon van het testen van de merries, hoe ze waren waarop ze reageerde en hoe ze tegen hem aankeken. Na vele paarden gekent te hebben wist hij hoe de meeste in elkaar zaten. Niet moeilijk om te zien, vondt hij. Kort sloeg hij met zijn staart tegen zijn achterste. Ongemerkt staarde hij naar de zwarte merrie, met een wel heel apart uiterlijk. Hij was ligt geamuseerd, en stapte dichterbij de merrie. 'Is dat echt jou schedel?' Hij bracht zijn neus dichterbijer, en rook eraan. Het rook wel duidelijk echt naar bot, hij wist hoe het rook. Waarna hij bleef staan voor de merrie, haar vragend aankijkend. 'Geweldig...' Mompelde hij. Vele vragen had hij voor haar, hoe was het gekomen dat... En hoe was het gebeurd, deed het geen pijn, doet het nog steeds pijn? Dat soort vragen, maar nu te ongepast.

~WOES.

http://www.beinghuman.actieforum.com

Vaughn

Vaughn

Wuttthebeep. Ze was toch zeker dat ze richting de velden gelopen was…Maar nu stond er ineens een huge waterval voor haar neus. Bedenkelijk trokken haar wenkbrauwen kort naar beneden. Ja, ze moest écht iets aan haar richtingsgevoel gaan doen, dat was haar nu ook wel duidelijk. Achja, nu ze er toch was kon ze evengoed even een bezoekje brengen aan de waterval en diens rijkelijk vloeiende voorraad aan water. Ze zwiepte een keer met haar asgrijze hoofd en haar korte, punkerige manen sprongen heen en weer. Nee, ze was geen standaard barbiepop die vol trots haar lange krullende blonde manen waste zodat ze ‘glommen in het zonlicht’. Niets voor Vaughn. Haar oranje ogen gleden onderzoekend over de omgeving, vormden een fel contrast met haar donkere vacht. Dat was meestal het eerste waar met het vingertje naar gewezen werd; De oranje ogen.
De donkere merrie baande haar weg verder langs het stromende water, en hoorde in de verte geluiden. Pratende paarden, kennelijk. Via een omweg –zolang ze haar doel maar in het oog hield was het moeilijk om verdwaald te raken- liep ze door het struikgewas, en de schaduwen en planten namen haar in hun midden en verhulden haar aanwezigheid, althans nu nog. Ze keek niet echt geïnteresseerd en overwoog de mogelijkheid om gewoon door te lopen en de anderen te negeren. Niemand had haar immers ooit geleerd dat het broodnodig was om met elke gek die je tegen komt een praatje aan te knopen, dat doe jij ook niet als je op straat loopt. Anders ben je in, neem een voorbeeld, Amsterdam nog wel een tijdje bezig voor je de overkant van de straat bereikt hebt, niet dan?
Terwijl ze langs stapte ving ze het gesprek op en vertraagde haar passen iets. Het zou zómaar interessant kunnen zijn. “…Ben jij halfdood?” Hoorde ze de stem van een kennelijk vrouwelijk paard uit de verte. Ze luisterde naar het antwoord, niet wetend wat deze reactie getriggerd had. Een smalle, geamuseerde grijns kroop op haar gezicht toen ze het sarcastische antwoord van de andere merrie hoorde. Gheheh. Als er één ongelofelijk sarcastisch kon zijn was het Vaughn, en de andere merrie kennelijk ook.
Even later duidde een hoop gekraak en nieuwe hoefstappen die van haar tegenovergestelde richting kwamen aan dat er nog iemand gearriveerd. Een hengst begon nu ook te babbelen, en aangezien Vaughn ze nog niet gepasseerd was en de stemmen moeilijk buiten kon sluiten, ving ze ook de betekenis van deze woorden op. Ze rolde met haar ogen toen ze opnieuw een vraag over een schedel or something hoorde, in elk geval iets in dezelfde trant als de eerder gestelde vraag. De desbetreffende merrie moest er doodziek van worden om elke keer dezelfde vraag aan te horen, bedacht Vaughn, het vergelijkend met het feit dat zij over oranje ogen bezat en dat daar óók vaak genoeg naar gevraagd werd, minstens in stilte gestaard om daarna ongemakkelijk een begroeting te uiten.
Ze besloot dat ze verder eigenlijk toch niets deed, en aangezien ze de helft van het gesprek al meegekregen had kon ze zich er evengoed in mengen. Ze stak haar hoofd door het struikgewas en daarna haar volledige lichaam, en keek direct naar de hengst die de vraag gesteld had, haar ogen bleven een fractie van een seconde op de schedel rond het hoofd van de merrie hangen maar ze pinde haar blik volledig op het zwarte geval naast haar. “Hmm..Is dat écht jouw haar of heb je het zwart geverfd..” Mompelde ze sarcastisch. “Ziet ze er uit alsof ze dood is, jongens? C’mon.” Sprak ze daarna droog, en trok één wenkbrauw op. Ze dacht niet dat het nodig was geweest om voor de ander op te komen hoor, ze zag er uit alsof ze prima zichzelf kon verdedigen, maar ze kon het niet laten aangezien ze precies begreep hoe de merrie met schedel zich mogelijk voelde bij al dit gezeik. Daarna liet ze haar blik over het gezelschap glijden, niet uitermate geïnteresseerd in de schedel, meer in het paard daaronder en de twee anderen. “Yo. Ik ben Vaughn.” Zei ze toen kort en bondig. ‘Yo’ en vele andere woorden waren volkomen normaal taalgebruik voor de asgrijze merrie en wie haar leerde kennen wist dat ze zich ook niet anders ging gedragen, voor wie dan ook.

[I’m sorry, kon het niet laten om óók nog even binnen te komen vallen als het niet erg is Meow]

Nar

Nar
Moderator

Nar rolde met haar ogen toen ze een stem achter haar hoorde die hetzelfde vroeg als de zwarte merrie voor haar. Ja, ze was een lijk dat zijn wraak kwam nemen, bij deze en binnenkort alles en iedereen vermoordde wat maar een stap teveel in haar richting zette. Knarsetandend wendde ze zich tot de roetzwarte hengst.
'Zoals ik al eerder zei, ben ik dood als een pier en ben ik een verloren zieltje dat in een halfvergaan lichaam rondzwerft,' zei ze lichtelijk geïrriteerd door het feit dat ze zichzelf moest herhalen. Maar goed: Om het achterwege te laten was ook zo wat want dan bleef die vraag waarschijnlijk hangen omdat het niet in dit achterlijke mormel opgekomen zou zijn dat het wellicht niet haar eigen schedel was, maar die van een ander. Hé! Dat zou de perfecte verklaring zijn! Wat een halfgare mormels waren dit! Nar kreeg direct het idee dat ze elkaar niet gingen mogen op deze manier. Ze likte langs haar mondhoeken en brieste. Een theekransje. Perfecte benaming. Not. Nar slurpte nog wat ijskoud water naar binnen en wendde zich met opgetrokken wenkbrauw naar de pas gearriveerde merrie. Ze was fijn gebouwd, veel fijner dan Nar en de andere twee dieren hier. Ze was grijzig, niet lelijk grijs zoals je krijgt wanneer een witte vacht niet goed onderhouden is, maar verzorgd. Nar grinnikte om het antwoord dat ze gaf. Ah, deze beviel haar nu al een stuk beter dan die andere twee wezentjes hier: Cynisch, sarcastisch en met een gezonde portie nuchterheid.
'Jazeker, anders zou ik nogal likbleek zien, snap je? Dan kreeg ik nog meer idiote vragen na mijn kop geslingerd,' antwoordde ze met een brede grijns. Ziet ze eruit alsof ze dood is?
'Retorisch bedoeld zeker? Och, sommigen snappen nog niet helemaal dat er een verschil is in een skelet dragen en een skelet zijn,' Nar schudde met haar kop en ging een keer met haar tong langs haar mond. God wat had ze een hekel aan haar droge mondhoeken!
'Tof! Ik ben de Schedelmerrie, aka Nar.'

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum