Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

s ɪ m p ʟ ɪ c ɪ т ʏ

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1s ɪ m p ʟ ɪ c ɪ т ʏ Empty s ɪ m p ʟ ɪ c ɪ т ʏ za 10 maa - 1:10

Leonesse

Leonesse

s ɪ m p ʟ ɪ c ɪ т ʏ

Lichtvoetig, haar oren in het rond draaiend, stapte de merrie door de groene vallei. In haar majestueuze tred, haar hoeven raakten amper de grond. Haar hals was lichtjes gebogen, en ze zwiepte eens met haar witte staart tegen haar flank. Haar oren draaiden nog altijd in het rond. Elk geluidje probeerde ze op te vangen. Ze was nog steeds bang, bang voor haar vader. Ze had gezworen wraak te nemen, maar hoe? Hoe moest ze ooit zo'n machtig dier om laten komen, als voorbeeld. Hij had tientallen paarden die hem bewaakten, die de kudde bewaakten. Sterke krijgers. Zij zou daar nooit tegenop kunnen. Hij had zo'n groot territorium aan zijn voeten liggen. Hij zei dat hij consequente regels eiste, dat hij geen opstandelingen in zijn kudde wilde, en daarom moest straffen. Ze deed alsof ze het begreep, ze wilde dat ze dat begreep. Maar nu begreep ze het niet meer. Als hij goede regels had en een goede leider was, had hij geen opstandelingen. Dan hoefde hij niet te straffen. Hij had het beter kunnen doen. Haar leven was simpeler geweest als ze niet zo'n hoge rang had gehad. Als ze in een andere kudde zat. Dat ze andere ouders had. Waar was haar moeder? Leefde ze nog wel. Ze schaamde zich, dat ze niet eens haar naam nog kon herinneren. Maar die naam van haar vader galmde nog altijd door haar hoofd heen. Die zou ze nooit kunnen vergeten. Relinquish.
Ze schudde haar hoofd, om te proberen die gedachten weg te schudden. Ze moest aan iets anders denken. Haar oren draaiden zich in het rond. Ze was best lang in DH. Maar ze had zich altijd om de achtergrond gehouden. Vooral in de winter. Ze was eenzaam in een grot gebleven om daar te overleven, voor sneeuwstormen te schuilen. Nu was het weer lente, en ze zou bijna haar zesde levensjaar aantikken. Ze was slanker geworden, nee eerder magerder. Maar nu kon ze weer aansterken. De planten stonden weer in bloei, en de vallei was weer groen geworden. De sneeuw was gesmolten, en de kleuren kwamen tevoorschijn. Ze zag de rivier, die door het dal heen meanderde. Ze snoof de geur van het nieuwe leven weer op, en draafde toen aan. Ze schudde met haar manen. Haar passen waren nog altijd lichtvoetig. Haar hoeven leken amper de grond te raken. Zo kwam ze aan bij het riviertje. Ze maakte een vloeide overgang naar stap, en bleef toen stilstaan voor het heldere water. Ze keek naar haar eigen spiegelbeeld. In haar ogen zag ze de zorgen en de angst die haar achternazat. Ze zuchtte eens diep. Hij was er niet, hij kwam niet, en hij zou ook niet komen. Zij was weggegaan, en wat zou hem dat nou deren? Zou hij bang voor haar? Laat haar niet lachen. Hij had ook niemand achter haar aan gestuurd. Misschien was ze een last, een schaamte, en had hij een mooi verhaal aan zijn kuddeleden verteld dat ze dood was gegaan ofzo. Ze lachte even. Bitter. Ze wilde hem niet meer zien. Nooit, nooit, nooit en dan ook nooit meer.

~ ik moet nog even inkomen. maar deze is voor iedereen die wil. (:

2s ɪ m p ʟ ɪ c ɪ т ʏ Empty Re: s ɪ m p ʟ ɪ c ɪ т ʏ za 10 maa - 21:17

Saronse

Saronse
Your Hero ♥

Het was morgenvroeg. De eerste warme zonnestralen verlichte Dream Horses. De vogels zongen hun prachtige liederen. Zo versierde ze elkaar. De zwart witte hengst stond tussen de bomen te luieren. Zijn ijs blauwe ogen halfdicht.Prachtige verliefde vogels met kleurrijke kleuren vlogen rond Saronse. De bomen hadden prachtige roze bloesems. En ze geurden zo zoet. Saronse opende zijn ogen en keek rustig om zich heen. De wereld leek zo fijn en aangenaam. En zo fantastisch prachtig. Kleuren, heerlijke geuren en vrede was in Dream Horses aanwezig. Saronse vond dit zo heerlijk. Maar toch was hij niet volledig zichzelf en gelukkig. Saronse sloot zijn ogen om er niet aan te denken. Hij probeerde even die nare beelden te wissen. Na een tijd opende hij die weer. Plots vloog een zilver blauw vogel op zijn schouder. Het vogeltje begroete hem met een liet. Saronse glimlachte. Alles leek zo vrolijk hier. Hier leek het leven alleen maar uit geluk te bestaan. Maar er schuilde nog bitterheid in zijn ziel. Het zat vast en het liet hem niet makkelijk los. Saronse kon het niet vergeten. Hij schaamde zich rot. Hij schaamde dat hij als leider zijn kudde in een oogwenk verloren had. En dat hij ze niet meer terug vond. Ze waren weg. Van de aardbol verdwenen. Saronse herinnerde het zich nog goed. Zijn prachtige territorium. Waar hij zo lang aan gewerkt had. Hij had gezorgd dat alle dieren die daar leefden in vrede leefden. Het was daar werkelijk aanwezig. De roofdieren houden rekening met hun prooien. Ze doden alleen wat ze nodig hadden en ze doden alleen zwakke dieren. Saronse herinnerde zich nog hoe het gebied er eerst uitzag. Er was geen leven. Vele dieren leden honger. Alle soorten. Maar het was Saronse die er voor zorgde om een oplossing te vinden. Opeens kreeg hij zo'n schok dromen. Die flitsend na elkaar kwamen. Hij en zijn kudde, die vluchtte voor zijn en hun leven. Hij zag Arontay, dicht achter zich. Ze toonde angst. Plots zakte Saronse weg naar beneden in een kloof. Hij zag nog flitsende beelden van de paarden die over de kloof sprongen. En paniekerig begonnen te schreeuwen naar hun leider. Maar Saronse kon niet meer antwoorden. Hij werd bewusteloos.
Saronse schoot weer wakker door het gefluit van de vogel op zijn schouder. Zijn ogen gleden naar boven toen hij nog zo'n dezelfde soort vogeltje in zijn vizier kreeg. Het was een vrouwtje. Ze had zijn lied gehoord en was hem nu komen zoeken. Saronse glimlachte. Het was mooi om te zien hoe verliefd deze vogels waren. Het mannetje vogel dat op zijn schouder zat vloog de lucht in richting het vrouwtje. Ze dansten in de lucht. De warme zon scheen fel op hun. Hun zang werd feller en helder. Daarna vloog het tweetal langs Saronse. Het mannetje speelde met zijn manen en vloog toen weg met zijn vrouwtje. "Tot gauw Romeo en Julia." Weerklonk zijn zachte mannelijke stem met een prachtige glimlach op zijn lippen. Lente was het liefdes seizoen. Het was ook een betoverend seizoen. Alles ontwaakt weer. Nieuw groen begint te groeien. Vele dieren zoeken partners op om een nest te bouwen of gewoon omdat ze willen paren. De meesten willen in de lente paren. Dan kregen ze de lente kriebels. Saronse heeft dit al veel gezien. Vooral zijn leden van zijn kudde kregen het hard te voor duren met die lente kriebels. Saronse vond het wel lastig. Want veel van zijn merries deden een verzoek. Saronse wist dat hij heel geliefd was bij de merries. Maar... Saronse had nooit dat verliefd gevoel gehad. Hij hield van iedereen. Maar niet op de manier waar velen op hadden gehoopt. Saronse vond het verschrikkelijk om ze steeds af te wijzen. En hun harten te breken. Hij neemt ze altijd wel apart en legt dan uit hoe hij zich voelt enzo. Maar dat verdooft het verdriet niet. Saronse had wel één zwak voor een merrie. Ze was sneeuwwit. Ze had lange blond witte manen. Zeiden zacht. Ze had geen grijze aantekeningen. Ze was echt wit wit. Fenia, hij trof haar gewond aan. Bij de rotsen. Haar kudde was afgeslacht door zwarte fries paarden. Saronse had al eerder van deze doden kudde gehoord. Het schijnt dat de zoon van de alfa hier soms ronddwaalde. Saronse brieste woest. Hoe dan ook, wolven wilden haar doden. Saronse had haar beschermd en haar opgenomen in de kudde. (Als je meer over dit stuk wilt lezen moet je naar het topic Saronse gaan.) Ze was zo speciaal. Een rustig en slim karakter. En hij had toevallig haar veulen niet zo lang geleden gevonden en opgenomen. Maar, één van de genezer 's kwam naar Saronse om aan te kondigen dat ze is gestorven. Het was zo moeilijk om te accepteren. Eindelijk waren moeder en zoon weer herenigd. Ze leek die eerste weken zo gezond te zijn. Ze was zo mooi, Saronse vond verschrikkelijk wat er allemaal was gebeurt met de merrie. Saronse hield bij de volle maan een begrafenis. Zijn kudde omringde haar lichaam. Die zo vredig lag. Ze gooide speciale bloemen en zegende haar. Saronse had een zeldzame witte bloem met zilveren randen bij zich. Het was een grote bloem. Saronse legde het op haar hoofd. "We will see you back in heaven. Rest In Peace White Beauty..." Weerklonk zijn stem fluisterend maar hoorbaar. Saronse herinnerde zich nog die verdrietige blik van Kinga.
Saronse slikte. Lente... seizoen der liefde. Saronse was nog wat mager. Hij was nog aan het herstellen. Hij had maanden naar zijn kudde gezocht. En zichzelf wat verwaarloost. Nu moest hij herstellen zodat hij weer verder kon met de zoektocht. Voor de rest had hij stevige grote spieren. Omdat hij zo'n zware reis had gehad. Saronse was een sterke hengst. Het wordt tijd om naar die speciale kruiden te zoeken. Waar extra veel vitaminen en genezend krachten in zaten. Hij sprong aan in galop. Hij wist waar de vallei plaatsvond. Hij was er zeker van dat daar de kruiden zaten die hij nodig had. De zon scheen aangenaam op zijn rug. Het werd al bijna middag. De tijd ging zo snel vooruit. Saronse kwam uiteindelijk aan in de vallei. Hij dook naar het gras en zocht naar de kruiden. Hij vond een paar exemplaren. Hij at een paar uur. Uiteindelijk was zijn honger voorlopig gestild. Zijn lange zwarte manen vielen over Saronse. Hij tuurde naar de prachtige omgeving. Het was zo gevuld met kleur. Saronse keek verbaast op toen hij een wit paard in het oog kreeg. Het galoppeerde naar het water. Het leek wel Fenia. Maar dat kon ze niet zijn. Saronse kon haar niet goed zien dus naderde hij dichterbij. Uiteindelijk had hij door dat het niet Fenia was. En dat kon echter ook niet. Want die was dood. Maar hij had gehoopt dat dit allemaal niet echt gebeurt was. "Sorry, ik dacht dat jij iemand anders was." Verontschuldigde Saronse zich meteen. Hij bekeek even de merrie en zag meteen dat ze zorgen had. Dat was makkelijk af te lezen van haar lichaam. Maar daar zegt hij niets over. Misschien vond ze het niet aangenaam als hij haar daar op aansprak.

Leonesse

Leonesse

‘Raja!’ riep de merrie vrolijk uit. Haar passen versnelde zich naar een hoog tempo. En voor ze het wist had ze haar grijze neus in de zwarte manen van de hengst gedrukt. Ze kneep haar gifgroene ogen dicht, en snoof de geur van de hengst op. Hij was leider van de kudde, wiens gebied grensde aan het gebied van haar vaders kudde. Al jaren hadden de twee kuddes een hekel aan elkaar, en dan vooral had haar vader een hekel aan Raja. Maar ze was dol op de hengst, en hij op haar. En dat plaatje klopte toch? Ze waren elkaar partners, en niks zou daar nog tussen komen. Ze deed alles voor de hengst. Een glimlach sierde haar gezicht en opende haar ogen weer. Ze keek op in de vriendelijke, donkerbruine ogen van de hengst voor haar. Het was donker in de ruïne van een oud kasteel dat honderden jaren geleden was bewoont door mensen, maar het was nu al eeuwen verlaten, en het kasteel stortte steeds meer in, maar het was nog in staat. Het was de enige manier voor de merrie om bij Raja te komen. Het was een heus labyrint, maar ze spraken altijd op deze plek af. Die tussen de stenen muren die hen beschermden. Iemand die de wegen hier niet kende, zou hopeloos verdwalen. Maar de merrie kende het kasteel op haar duimpje. ‘Ik heb je gemist, ik word steeds omsingeld door die stomme wachters van mijn vader. Hij weet niet waar ik heen ga als ik verdwijn om naar jou te gaan. En dus laat hij mij vierentwintig uur per dag beschermen. Enkel ’s nachts kunnen wij hier afspreken, als onze kudde slaapt. Sorry Raja, maar het wordt te moeilijk voor mij om hier heen te keren. Bij de volgende volle maan zal ik komen. Het valt te vaak op als ik steeds wegga,’ zei de merrie bedroefd. Ze werd inderdaad 24/7 in de gaten gehouden door hengsten die voor haar vader werkten. Hij wilde niet dat ze steeds verdween. En als hij wist dat ze een relatie had met Raja… Dan zou haar geliefde hengst omkomen. Haar vader zou geen moeite hebben om de hengst dan te vermoorden. En daarom was het vreselijk moeilijk, en er stond een groot risico op gestempeld. Maar ze kon niet zonder de hengst, ze kon niet zonder Raja.

Met tranen in haar ogen schudde ze die gedachte weg. Het had als een film voor haar ogen afgespeeld. Een traan gleed over haar wang heen. Over haar parelwitte vacht. Ze probeerde het weg te laten gaan door op haar lip te bijten. Ze kon nog steeds niet zonder hem. Ze kende gewoon geen leven zonder hem. Hij was het enige wat ze had. Het enige wat ze ooit in haar leven had begeerd. Waar ze écht van had gehouden. Geen enkel iemand kon dat gat in haar ziel vullen. Geen enkel wezen, dier.. Geen enkel paard. Geen enkele hengst kon aan hem typen. Hij was de enige waar ze echte liefde voor had gevoeld. Liefde, zo puur. Het kwam recht uit haar hart. Die liefde... Die liefde was zeldzaam, bij iedereen. Iedereen kreeg dat maar een keer in zijn leven. En zij, haar moment.. Dat was voorbij. Hij was dood. Vermoord. Het leven uitgezogen alsof een demon meester van hem werd. Door zijn zilveren ziel kroop, en alles roetzwart maakte. Ze zag hoe het leven in de ogen van haar geliefde hengst was weggeëbd. Raja...
De nachten waren het moeilijkst. Dan kon ze niet meester zijn van de dromen die ze dan kreeg. Steeds werd die vreselijke film weer afgespeeld. En steeds wilde ze haar ogen dichtknijpen, maar iets dwong haar om te kijken. Ze wilde niet, alles in haar wilde dat niet. Maar elke dag maakte ze dat weer mee. Elke nacht, het was een kwelling. Een marteling. Een demon had 's nachts haar lichaam in zijn macht. De dienaren van de duistere zijde. Vaag kon ze de verhalen herinneren die haar moeder haar vertelde. Over de oorlog van goed en kwaad. Dat die eeuwig bezig was, en eeuwig zou gaan duren. Soms was er ergens op de wereld een wapenstilstand. Maar iedereen van de slechte kant verafschuwde de goeden, en de goeden verafschuwden de slechten. Waarom was het leven zo? Waarom was het leven zo oneerlijk? Wie had daarvoor gezorgd. Iemand was ermee begonnen. Iemand was begonnen slecht te zijn. Geen idee wie het was, maar als ze kans had het alles terug te draaien. Zou ze daarvoor haar leven geven. Dat alles in vrede kon zijn, dat de wereld een geheel was. En niemand elkaar kwaad deed.
Die perfecte wereld moest ze vergeten. Dat was onmogelijk. Er was al een eeuwenlange strijd. Maar, het was nutteloos?! Waarom deed men dat. Door oorlogen en gevechten bracht men alleen maar pijn en verdriet. Angst en dood. Die slechten? Die lachten erbij alsof het een spel was. Ze schudde haar hoofd. Waarom... Waarom? Kon echt niemand het haar vertellen? Wat ging in die hoofden rond van die beesten. Van die monsters. Ze snoof eens in zichzelf. Ze ging teveel op in haar gedachten. Dat moest ze niet doen. Al waren haar gedachten de enigen waarmee ze kon praten. Waar ze haar woede, verdriet en pijn in los kon laten. Niemand kreeg haar verdriet en pijn ooit te horen. Dat zouden ze niet begrijpen. Dood is dood. Misschien moest ze ook maar dood... Dan kon ze bij Raja zijn.
Die gedachte schudde ze weer weg. Raja zou willen dat ze doorzette. Dat ze iets goeds deed voor de wereld. Ze moest sterk zijn. Ze moest sterk en dapper zijn voor Raja. Ze zou hem trots maken. Even liet ze een verdrietige kreet horen. Kon ze maar met hem praten. Maar hij had de kracht niet om haar gedachten binnen te zweven. Was ze maar paranormaal. Kon ze maar met geesten praten... Als geesten überhaupt wel bestonden...

Opeens kreeg ze iemand in het oog.. Had ze zo lang bij dit riviertje gestaan? Hoe lang was ze hier al.. Ze was het besef tussen tijd en werkelijkheid kwijtgeraakt. Angstig door het plotselinge bezoek van de bonte hengst sprong ze opzij. Wie was hij? Wat dacht hij wel niet. Bang dat de hengst haar iets aan wilde doen, maakte ze zich klein. Angstig, haar hoofd laag keek ze hem even aan. Toen hij vriendelijk uit zijn ogen keek, werd ze een beetje gerust gesteld. Misschien was hij zo slecht nog niet.. Maar het kon een fout zijn. Met haar heldere gifgroene ogen zocht ze zijn blik, om misschien iets te vinden. Maar durfde ze dat wel. Haar achterhoeven schuifelden een beetje achteruit. Ze hield niet zo van bezoek. En al helemaal niet van hengsten. Ze hield er niet zo van, sinds haar ‘ongelukje’. Haar hele leven eigenlijk al niet. Ze gooide die gedachte weer weg en concentreerde zich weer op de hengst.

4s ɪ m p ʟ ɪ c ɪ т ʏ Empty Re: s ɪ m p ʟ ɪ c ɪ т ʏ wo 14 maa - 10:04

Saronse

Saronse
Your Hero ♥

Saronse zijn ogen rusten even rustig op die van Leonesse. Ze schrok en reageerde zeer angstig bij het ontdekken van zijn aanwezigheid. Saronse keek even verbaast op. Maar straalde nog steeds die rust en heerlijkheid uit. Zijn lange oren waren naar Leonesse gericht. Zijn ijs blauwe ogen toonden interesse in haar. Ze leek een zeer bijzonder dier te zijn. Dingen mee gemaakt te hebben. Verschrikkelijke dingen. Er sierde een zachte glimlach Saronse zijn lippen. Uiteindelijk hield hij zijn hoofd een beetje laag om te laten zien dat hij geen gevaar vormde. Dat hij niets slechts in zin had. "Rustig maar, ik doe je niets. Ik vergiste me heel even." Sprak hij geruststellend tegen haar. Even keek hij weg toen hij een geluid aan de andere kant hoorde. Twee eekhorens sprongen lenig uit de boom. Saronse keek toe met een brede glimlach. Het was een verliefd stelletje. Wat was het mooi om te zien. Hoe een ander zo gelukkig kon zijn. Het maakte Saronse heus niet veel uit dat hij nog nooit zo iets verschrikkelijks heerlijk's had meegemaakt. Zijn tijd komt wel. Tot nu toe verlangde hij er echter niet naar. Plots verhinderde hij zich deze vreemdeling en keek verontschuldigend naar haar omdat hij haar negeerde. Hij was zo afgeleid geweest." Mijn naam is Saronse." Saronse vroeg niet naar haar naam. Ze was zo overstuur vanwege zijn aanwezigheid dat ze hem waarschijnlijk niet betrouwde. Als zij haar naam aan hem wilde delen dan was ze vrij om dat te doen. Saronse knikte naar haar en liep het water in. De zon scheen fel op zijn lichaam dat hij het echt warm kreeg. Maar dat was niet de reden waarom hij echter in het water kroop. Saronse wist dat er lekker eten te vinden was in het vijvertje. In zijn territorium stroomde een grote rivier. Dat zich geheel verspreid in het gehele vallei van Saronse. En dat was een grote omgeving. Er was één grote waterval aan het eind van het Vallei. Waar veel dieren bijeen kwamen om hun dorst te lessen. Het water was extra fris en zoet. Vers uit de waterval. Vaak moesten ze over de rivieren oversteken om aan de andere kant van het gras te komen. Soms, als het lekker was is trekken ze naar een waterpoel. Waar veel voedzame waterplanten in zaten. Het was echt ontzettend lekker en heel gezond.
Saronse hield zijn adem en liet zijn hoofd naar de bodem duiken. Hij hield zijn ogen wijd open en voelde met zijn mond naar voedsel. Eenmaal dat hij vond wat hij zocht trok hij het mee naar de oppervlakte. Tevreden zat hij op het slijmerige spul te kauwen. Hij wierp nog eens een oog op de merrie. "Heb je misschien trek in waterplanten? Ze zijn zeer goed voor je. En als je ze eenmaal hebt leren eten ben je er dol op." Vertelde Saronse nadat hij het laatste plantenrestje had binnengewerkt. Er staken nog wat ribben en botten uit. Maar zijn vacht glom gezond. Natuurlijk was Saronse nog niet honderd procent. En dat zal nog lang aan hem zitten slijten. Omdat hij ook nare dingen had meegemaakt. Hij voelde zich ook verschrikkelijk schuldig en wanhopig door het verlies van zijn kudde. Die hij kwijt was gespeeld bij de aardbeving toen. Saronse zijn ogen werden glazig bij de gedachten. Maar die wiste hij gauw genoeg voordat hij misselijk werd. Hij probeerde aan iets leuk te denken. Zijn ogen gleden naar het water. Dat leek te schitteren als diamanten. Het was grotendeels door de prachtige warme zon. Saronse sloot genietend zijn ogen dicht. Lente was prachtig. Lente was zijn favoriete seizoen.

(sorry, korte post, heb me moeten haasten hopen dat je er iets mee kan x)

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum