Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

♠ Like the hearts in the spades, our hearts are upside down. {AAAAAAAAAAAAAAAAAAAALIYAH}

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Kay

Kay

De zon scheen irritant fel op zijn rug. De witte vlekken op zijn lichaam stootten het zonlicht dan wel af, maar zijn bruine vlekken vingen de zonnestralen met een warm onthaal op. Zijn witte vlekken hielpen niets, dat hij het ongelooflijk warm had.
Jeetje, hoeveel graden was het wel ooit? Na zijn gevoel was het even warm zoals het in de woestijn doordeweeks was. Dat hoórde gewoon niet op een plek zoals hier: De rivier. Je hoorde verfrist te worden door de waterdruppels die door de wilde rivier omhoog werden gespat, en dan op zijn vacht kwamen. Maar hij had het gevoel dat de druppels meteen spontaan verdampten zodra ze in aanraking kwamen met zijn vacht.
Hij wilde niet in het water springen, nee, dan was je dood. Simpelweg dood, de rivier was meedogenloos. Hij vrat je op. Je zou niet anders eindigen als een tak die in de rivier kwam, en aan stukken werd gesmeten. Nee, dat lot wilde hij niet op zich laten wachten. Je verdronk gewoon. Enkel stommelingen sprongen in de rivier.
Het was een duivelse plek, even als de duistere kudde: De Horcrux. De Horcrux hoorde dit gebied te claimen, even als de woestijn en het moeras. Maar was deden ze? Hij snoof. Waar waren de Dementors, waar waren ze? Stomme kudde. Ook met Deina was het nooit raak geweest. Hij had geen duidelijke orders. Ja, kuddegebieden beschermen, en dat had hij braaf gedaan. Maar ze wílden niet eens hun gebied uitbreiden. Nu was de kudde weer van leider naar leider gesleept, en ze was geen haar verbeterd.
Wat was de Horcrux toch extreme instabiele kudde. Toch was hij weer in zijn oude kudde geïnteresseerd geraakt toen een oude "vriend" de kudde had overgenomen. Hij kende de kleine Aaliyah nog, tenminste, toen de merrie een veulen was geweest en samen met hem in de kudde had gezeten. Toch hoopte hij vurig dat ze dat hert vaarwel had gezegd. Als dat beest nog steeds met haar huisdier rondliep, dan was ze een klein beetje sneu. Maar ach, paarden veranderden. En ze was niet voor niets leidster geworden. En hij zocht zijn oude kudde graag weer even op. Waarschijnlijk zou het toch voor korte duur zijn, en dan zou hij er wel weer tussenuit knijpen, het was altijd zo. Maar dat wist de merrie niet.. misschien toch wel, aangezien hij er wel eerder ertussenuit was geknepen.
Maar het belangrijkste was dat hij met zijn sexy lichaam - misschien iéts te dikke lichaam - weer terug was in Dreamhorses. Al een tijdje om eerlijk te zijn, een paar ontmoetingen gehad, en het liefste prinsesje weer tegen gekomen. Maar toch was Aaliyah ervandoor gegaan met de Horcrux. Hij wist dat Anaïs stiekem de Horcrux wel weer in haar bezit wilde hebben. Maar gut, ze was nét wat te laat. Hoe ironisch.
De hengst stootte een hinnik uit, eerder was het een luid, schor gebrul dat over het gebied weerklonk. Hij hief zijn neus hoog in de lucht, hij ademde de lucht in zijn borstkast, en hinnikte nogmaals, om haar te laten weten dat het menens was. Ze moest maar opzoeken. Ondanks hij geen zin had om zich door een domme merrie te laten leiden, wist hij dat deze merrie wel eens heel goed ballen zou kunnen hebben. En daar was hij in geïnteresseerd, ook omdat hij haar deels had zien opgroeien van veulen, en nu zou hij haar eindelijk in haar volwassen gedaante kunnen aanschouwen.


Aaliyah

Aaliyah
Moderator

Teleurstellend.
Ze had haar volgers bekeken en was zich geschrokken. Hoe in hemelsnaam kon Fether deze leden toestaan om in de kudde te komen? Jezus, naast het feit dat de meesten veel, maar dan ook veel te laat waren geweest met het melden was de kudde niet eens compleet. Aaliyah had er al een lid uitgegooid aan het begin van haar heerschappij over de kudde, alleen om het feit dat ze géén idee wat die uitspookte, niemand leek van diegene gehoord te hebben.
Zuchtend vervolgde ze haar activiteit waar ze mee bezig was: Lopen. Of meer doelloos sloffen. Zo langs de rivier hoorde ze bijna niets, en dat was zo min of meer de bedoeling, ze wilde niets meer horen, ze wilde alles de mond snoeren.
Met een smalle trek rond haar smoel keek ze uit haar donkere ogen, haar pupillen waren vooral gericht op de bulderende rivier naast haar. De golven, met daar het verse schuim, knalden tegen iedere obstakel aan dat hij kon vinden. Als je hierin belandde zou het niet goed aflopen, als klein veulen had ze weleens twee spelende veulens gezien die niet goed opletten en zo in de rivier vielen. Die waren gewoon dood, konden het onder geen enkele omstandigheden overleven.
Stiekem wilde ze dit gebied graag in haar handen hebben, evenals het moeras. Ieder goed paard zou strikt weggejaagd kunnen worden. Niemand die zich nog durfde vertonen. Dát zou pas spreken van goede leiderschap. Paarden moesten vrézen, en dat konden ze alleen doen als er een sterke tegenstander was. En die was er verdomme niet.
Met een trek, nu van ergernis en frustratie, wendde ze haar blik af van de rivier en begon de andere kant op te banjeren. Ze kreeg verdomde hoofdpijn en dat kon van twee kanten komen: Haar kudde, of de rivier met z’n gebulder en getier. Jongens kom op zeg, Fether was geen goeie aanwinst geweest. En nu maar te hopen dat Aaliyah haar fouten kon oplossen.
Strategieën stormden door haar hoofd. Het was heel simpel. Ze moest de gebieden langzaamaan innemen, hier een Dementor, daar een Dementor en na verloop van tijd zou het simpeler worden. Als ze nou één of twee specifieke paarden aanwees.. Jeetje, wat nu weer? Geërgerd stak ze haar kop omhoog om eens goed te luisteren naar het gebrul van een paard. Na nog een geluid te waarnemen had ze het gevoel dat ze naar het toe moest gaan om het een keelsnoepje aan te bieden, had ze hier nou serieus te maken met een ongeduldig paard? Hij had verdomde geluk dat ze in de buurt was, de laatste tijd was het wel vaker geluk hebben want iedere keer werd er gehinnikt als ze ergens was, terwijl er dan niet ergens anders werd gehinnikt.
Aaliyah deed iets wat tussen knorren en briesen in lag en ging in een actief tempo naar het paard toe, ze wilde haar kudde het liefste zo ver mogelijk uitbreiden.
Eenmaal dichterbij herkende ze het paard vaag, de naam zou waarschijnlijk binnen een paar seconden inschieten, maar ze wist dat dit paard van vroeger naar haar gehinnikt had.
‘Kay,’ sprak ze donker zodra ze zijn naam weer wist. ‘Lang niet meer gesproken,’ vervolgde ze.

Kay

Kay

Zijn ijsblauwe ogen wendde zich naar het dichte bos, die met zijn legergroene en bruine kleuren het geheel naast de rivier vormden. Alle bomen leken wel loofbomen te zijn. Hij had zich gevestigd in een schaduw van één van de vele bomen die het gebied omringen. Hij stond echter wel op de rotsige oever van de wilde rivier. Het snelstromende water sloeg schuimend tegen de rotsen aan die de weg versperden op hun weg naar beneden. De rivier vond de oorsprong in het Drakengebergte. Vanaf daar stroomde hij eerst als een klein beekje naar beneden door bergen en dalen, en hier was het de grote rivier die voor de slechte paarden bedoeld was.
Hij schudde zijn robuuste hoofd en spitste zijn oren toen hij het regelmatige cadans hoorde van een paar paardenhoeven op de rotsige ondergrond. Hij draaide zijn hoofd richting het geluid, en een gouden paard kwam aandraven. Hij zag dat het de merrie was die hij had geroepen, het was Aaliyah. Goedkeurend vlogen kort zijn ogen over de volwassen geworden merrie, die hij al enkele jaren niet had gezien. Als laatste had hij haar als een veulen gezien, een heel ernstig irritant veulen. Gelukkig had ze niet meer dat verschrikkelijke hert aan haar zijde huppelen. Hij had haar voor gek verklaard toen ze jong was, en dat beest met haar mee kwam - alsof het doodnormaal was een hert mee te nemen - naar de activiteiten van de kudde. Maar de Horcrux was in die tijd net een crèche, zoveel vrolijke veulentjes huppelden rond in de kuddegebieden.
Kay wachtte totdat de merrie binnen gehoorafstand stond. Ze wist meteen zijn naam te noemen. Hij knikte en keek haar toen aan. ‘Lang niet meer gesproken.’ Opnieuw knikte hij met zijn hoofd. Hij schudde met zijn hoofd, zodat zijn manen uit zijn ogen kwamen, en zijn ijsblauwe ogen zichtbaar werden. ‘Aaliyah, wat enig om jou ook weer eens te zien.’ Enige sarcasme was te horen in zijn stem. Hij grinnikte even. Dude, wat had hij toch weer een humor. Ha-ha.
Verder zei de merrie niks. Niks over kudde, hinnik, wathever. Dat had hij dan ook weer niet helemaal verwacht, maar alright, dan moest hij het gesprek maar beginnen waarom hij gehinnikt had.
‘Ik was weer geïnteresseerd in de Horcrux, nadat jij de kudde had overgenomen.’ Hij keek de merrie scherp aan. Hij dacht na wat hij moest zeggen om het een beetje 'officieel' te laten klinken. ‘En ik ben bereid de Horcrux te dienen onder leiding van jou.’ Hij liet zijn hoofd met verdiende respect een beetje zakken, zijn ogen kort na de grond gericht, waarna hij zijn hoofd weer oprichtte.
‘Je weet dat ik kwaliteiten heb,’ vervolgde hij om het duidelijk te maken als ze deze kans liet schieten, ze oerdom bezig was. ‘Ik zal je verzekeren, dat ik een aanwinst voor de kudde zou zijn.’ Hij knikte om zijn woorden extra steun te verlenen. In zijn ogen stond een zelfverzekerde blik af te lezen, evenals zijn houding. Hij stond trots.
‘En by the way-,’ zei hij alsof hij iets kleins eraan toe wilde plakken. ‘- Ik heb er geen genoegen mee dat ik slechts 'normaal lid' zal worden genoemd. Ik neem enkel genoegen om mínstens mijn oude rang terug te krijgen. Dementor.’ Zijn stem klonk zelfverzekerd, ergens toch alsof hij orders opdroeg aan de merrie. Maar hij wist waar hij mee bezig was, misschien was dit respectloos. Hij wist wat hij wilde, hij wist ook wat hij niet wilde. Hij wilde in de kudde, maar om er als stom lid rond te hulpen vond hij niks. Hij wilde verantwoordelijkheid. Hij wilde dingen doén. Hij wilde er niet als een aanhangsel aan bungelen van: 'hoi ik kom op de activiteit, leuk hè, poeh.'



Laatst aangepast door Kay op za 8 dec - 1:59; in totaal 1 keer bewerkt

Aaliyah

Aaliyah
Moderator

De bonte hengst leek niet zo klein meer als vroeger toen ze nog in de Horcrux zat als lid. Hij was toch nog wat gegroeid, en hij was zeker sterker gebouwd. Verder was hij, voor zover ze kon raden, niet veel veranderd qua uiterlijk. Nooit geweten dat Kay zou hinniken naar haar kudde, hij was toch aardig bijdehant geweest terug in de dagen dat ze hem bijna full-time zag. Maar dat was toen, en toen was niet nu, of het heden.
Als ze Kay daadwerkelijk zou laten toetreden tot de Horcurx [ en dan zou hij de tweede zijn die ze had aangenomen ] dan wist ze wel gelijk welke rang ze hem zou geven. Dat wist ze door ervaring van vroeger, en het zou haarzelf niet verbazen dat, als hij in de kudde kwam, al gelijk zijn rang kreeg, in tegenstelling tot anderen.
Snuivend verzette ze een pas en ging iets naar achteren, haar hoofd draaiend naar de rivier. De rivier leek altijd maar door te razen, zelfs in de winter, als er ijs kwam, dan zou hij even gevaarlijk blijven razen. Gekkenwerk was het af en toe. Gekkenwerk van moeder natuur.
‘Aaliyah, wat enig om jou ook weer eens te zien,’ hoorde ze, zijn stem enigszins sarcastisch. ‘Klopt. Lang geleden.’ Beaamde ze, alsof de hengst serieus had gesproken. ‘In de tussentijd nog iets uitgespookt?’ sprak ze, alsof ze was gekomen voor een leuk gesprek tussen regenbogen en my little pony’s. Haar hoofd draaide zich weer naar Kay, ze had immers nog niet het gevoel dat hij helemaal uitgesproken was. De woorden van Kay gleden voor een seconde door haar heen, voordat ze besefte dat ze nog niet kon praten. Pas toen hij knikte naar Aaliyah [ wat ze trouwens helemaal niet erg vond ] opende ze haar mond om iets te zeggen. ‘…’ De hengst was weer gaan praten, en Aaliyah kon nog net op tijd haar mond dichtdoen voordat ze door hem heen ging praten. Het zou niet goed zijn om dat te doen, Kay kennende sprak hij nu geen onzin. ‘Precies. Ik weet dat je kwaliteiten hebt, en hersenen. En je zou een waar aanwinst zijn voor de kudde.’ Ze had hem bij deze nog niet honderd procent aangenomen, ze zag Kay’s mond alweer opengaan en luisterde naar de, vast informatievolle, woorden.
Een geamuseerde grijns gleed over haar smoel, ze kon het niet helpen, dit was smáakvol. ‘Grappig dat je erover begint Kay, want ik was inderdaad niet van plan om je aan te nemen en je onderaan te zetten. Bij deze heb je de rang Dementor. Maar dit is niet alles. Ik wil dat je, als je mijn roep hoort in één van de kuddegebieden, komt opdagen, want daar wil ik één van mijn ideetjes voordragen.’ Ze knikte en wachtte af.

Kay

Kay

Kay's dikke manen vielen over zijn hoofd. Tussen de plukken door keek hij naar de goudkleurige merrie. Eindelijk had de leider van de Horcrux een klein, niet wit noch zwart, dat beide onder de categorie vielen van de zeldzame kleurlozen. Wit of zwart, je kon het eingelijk geen kleur noemen. Hij noemde zich daardoor lieven donkerbruin met gebroken wit. Dat klonk ook nog wat chiquer.
Ze keek de merrie aan, toen begon ze een zin alsof ze een gezellig babbeltje met hem wilde houden. Even rolde hij met zijn ogen, kom op, we waren formeel bezig merrie. Dit was serieus. Toch ging hij nog wel serieus in op de vraag van de merrie. Hij moest immers een goede indruk maken: Niet zomaar de Dark Mare negeren. ‘Klopt. Lang geleden.’ Hij knikte instemmend, verder reageerde hij er niet op. Toen vroeg ze hem nog iets. Er verscheen een grijns op zijn gezicht, hij hief zijn hoofd en rolde duidelijk met zijn ogen. ‘Aaliyah, je moest eens wéten,’ bracht hij schamper uit. Hij grinnikte vervolgens binnensmonds. Hij zag zijn zielige familie weer voor zich, zijn zielige kudde. Zijn ouders, zijn jongere broertje. De stukken oud vuil, ze hadden hem een reden gegeven om hen te doden, normaal deed hij het nooit zomaar. Maar van zijn vader wilde hij van af - al helemaal toen hij hem had aangevallen. Hij was hulpeloos geweest. Een woedende moeder en broer op zijn dak had hij ook niks aan. Dat was het einde van die bloedlijn, die hij alleen nog zou kunnen verspreiden. Maar hij lachte naar veulens. Hij had dan wel een veulen gehad - slechte keuze - maar die was door zichzelf naar de hel afgereisd. Geen veulens meer voor hem.
Toen het eindelijk over de kudde ging, voelde hij de importantie van dit gesprek. Al praatte hij meer dan de merrie kon antwoorden. Hij wilde zijn standpunt duidelijk maken, en volgens mij had de merrie dat verduveld goed door. Toen hoorde hij een zin die hij verlangde te horen. Een glimlach verscheen op zijn gezicht. Dit had hij dus in de pocket. Echter bleef hij afwachten wat de merrie nog meer te zeggen had, en dat klonk hem ook zeer goed in de oren. Hij had haar grijns wel gezien toen hij zijn 'order' had bevolen aan de merrie. Dat was dus ook geen punt geweest. Hij was nu weer Dementor van de Horcrux. Hij had de test gemakkelijk doorstaan.
Toen de merrie nog iets toevoegde over een activiteit, een idee, spitsten zijn oren weer. Hij knikte naar de merrie, kort sloot hij zijn ijsblauwe ogen en deed ze pas weer open toen hij zijn hoofd had opgericht en de merrie aankeek. ‘Ik zal er zijn, miss.’
Met die woorden keerde hij de merrie de rug toe. Gesprek geëindigd, het was hem verrassend snel verlopen. Hij schudde even zijn hoofd, en zwiepte zijn staart, voordat hij een overgang maakte naar een soepele draf. Zijn luide hoefgetrappel weerklonk nog lang op de rotsige oever van de woeste rivier.

[Topic uit?]

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum