Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

This is living, enjoy it. || EBONY ||

4 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Crusade

Crusade

Zijn blik werd voor een moment naar het veulentje getrokken, dat op de grond lag te rusten. Het kleine, fragiele lichaampje, dat al vele had moeten verduren lag nu vredig in het gras. Het hoofdje gevuld met dromen, maar waarschijnlijk ook met zorgen, zorgen die zo’n jong dier niet zou moeten hebben. Zorgen die Crusade ook had, en nog steeds heeft, de pijn die het kleintje en Crusade gemeen hadden, was zo groot. Terwijl zijn blik nog steeds op het veulen gericht was veranderde zijn uitdrukking in de ogen. Het masker dat altijd voor zijn gezicht zat, en zo moeilijk weg te halen was, verdween nu bij de ogen. En een zachte blik was te zien, een blik die hij alleen had laten zien bij zijn geboorte, richting zijn moeder. Het voelde aan alsof het zijn eigen veulen was, de band die hij met het kleine merrietje voelde vanwege hun verleden, dat zowat gelijk was. Hij richtte zijn blik weer in de verte, en besloot dat de grot waar ze lagen veilig was, en door zijn getrainde gehoor zou hij dergelijk gevaar wel horen aankomen. Hij keek nog eens naar Ebony en liet zich rustig zakken naast het veulentje. Normaal sliep hij staand, maar het was misschien wel goed als hij het kleine dier wat warmte bood. En door de reis was hij ook moe geworden, enorm moe. Zijn benen hadden weer enkele verse wondjes en striemen erbij gekregen, want toen hij het veulentje liet vluchten, wouden ze achter haar aangaan. En niet alleen zijn benen hadden voor het moment geleden, ook de rest van zijn lichaam. Uiteindelijk was hij gevlucht toen het veulen ver genoeg was, maar zijn benen waren het meest toegetakeld door een snijdende draad die hij nog nooit had gezien. Gelukkig was hij er niet in blijven vastzitten. Hij zuchtte eens. Vandaag was waarschijnlijk een overdonderende dag geweest voor Ebony. Er was veel gebeurd, en ze kon nu het best goed rusten, morgen zouden ze bij hun bestemming aankomen. En dan zouden ze naar Mischa gaan. Hij slikte eens, hij had hun allemaal zomaar in de steek gelaten, maar hoopte dat Mischa niet te kwaad zou zijn, en hem en Ebony hulp zou bieden. Met de slechte gedachte over zichzelf, die zijn kuddegenoten in de steek had gelaten viel hij in een rusteloze slaap.

|| THE NEXT DAY ||

Het zachte gefluit van vogeltjes maakte hem wakker. Meteen schoot zijn blik bezorgd naar links, waar Eony gelukkig nog lag. Hij knikte in zichzelf, op een strakke manier en drukte zijn neus tegen de nek van het veulen aan. Een klein beetje opgedroogd bloed zat aan zijn neus geplakt, iets waar hij nu geen besef van had. ‘Hee.’ Zei hij, met een ondertoon die niet eigen was aan Crusade. Het was zorgzaam, had emotie, en ja, Crusade was niet goed met emoties. Hij had ze nooit mogen uiten. Dus dit was raar voor hem, maar het voelde ook goed. Zijn stem was nu zacht, en op een bepaalde manier warm. ‘Tijd om op te staan, vandaag gaat een drukke dag worden, maar je zult snel kunnen rusten.’ Zei hij. Hij stond op en zag hoe Ebony wou opstaan. Meteen schoot hij haar te hulp, door haar onder haar buik een beetje omhoog te duwen. Hij wist het niet zeker, maar misschien voelde ze zich nog zwakjes. ‘We gaan even wat eten, en drinken, als het water niet te koud is gaan we het meer even in.’ Meldde hij en hij schudde zich even uit. ‘Dan gaan we naar Dream Horses, naar de Quiet Sparkle. Daar zal het beter zijn.’ zei hij, en hij liep de grot uit, om naar het meer te wandelen, dat dicht grensde aan de grot. Langzaam stapte hij erin met een half been, hmm, het was verassend aangenaam, en nu was het ook lekker warm in het algemeen. ‘Kom maar.’ Zei hij, en hij stapte het water volledig in. De opgedroogde bloedvlekken losten op en verwijderden zichzelf van zijn vacht, maar alles verspreidde zich al snel over het gehele meer, waardoor er geen enkel spoor van bloed meer te zien was. Ook de smaak werd al snel weggevoerd naar de grond. Hij bracht zijn lippen rustig tot de rand van het water en keek eens achter zich.
Na een tijdje stond hij te grazen, en ook Ebony deed mee. Het gras hier was sappig, maar was nog niks vergeleken met het gras van de vallei. Kort snoof hij. ‘Kom op, we gaan, we zijn er bijna.’ Zei hij, en hij begon te stappen, Ebony zou toch wel volgen?

*I know, ze zijn nog niet aangekomen, maar doe jij dat dan in jou post?*

Ebony

Ebony

Altijd al was ze het buitenbeentje geweest, en nu was ze het zat. Maar wat kon ze eraan doen? Ze wist niet eens hoe het was om een keertje niet het buitenbeentje te zijn en een keertje niet gepest te worden. Alleen maar omdat ze een ander ras had. Want immers moest je in de kudde waar ze eerst in zat allemaal warmbloed zijn. Nou ja, dat was ze ook wel. Maar het enigste probleem was dat ze gevlekt was. En dat was blijkbaar verboden. Omdat de machtige leider van de grote kudde, geloofde dat gevlekte dieren ongeluk brachten aan iedereen die er iets mee deed. Haar moeder had haar altijd uit alle macht beschermd. Maar toen ook haar moeder stierf, vermoord omdat ze haar beschermde was ze gevlucht. ‘’Vlucht lieve schat, vlucht. Ergens waar ze geen stom bijgeloof hebben over gevlekte paarden, vlucht en maak je leven mooi. Treur alsjeblieft niet om mij.’’ Dat waren de laatste woorden die haar moeder ooit tegen haar gezegd had. En toen was ze weggerend, ze was een tijdje achtervolgd. Maar door de woede die ze had omdat haar moeder gestorven was, en de doodsangst had ze meer kracht, kon ze harder rennen dan ooit tevoren. En dat had haar leven gered, ervoor gezorgd dat ze nu hier in Dream Horses rond liep. Alsof er nooit iets was gebeurd. Maar het was toch raar, dat zo’n jong veulentje helemaal alleen door een grote gevaarlijke plek vol met ongedierte als slechte rondliep. Maar misschien was dat hier wel normaal. Misschien was het hier normaal dat veulens ouderloos rondliepen, en dat je dit dagelijks tegen kwam. Het zou schandalig zijn. En wat als ze ook hier dat stomme bijgeloof hadden? Waar moest ze dan heen vluchten. Moest ze dan nog verder reizen? Een klein traantje gleed over haar wang heen. Ze had helemaal niemand meer, haar leven was verwoest. En niemand die dat zou opknappen. Plots had ze het idee. In een keer werd haar blik gehard. Werden alle emoties naar binnen gestroomd. En kon je aan niks merken hoe zij zich voelde. Ze wou niet verder, bang voor wat er komen ging. Maar niemand die haar zou kunnen troosten, of helpen. Nu was zij emotieloos… Nou ja, zo was het verhaal niet helemaal gelopen, want eigenlijk was ze opgegroeid in een kudde waar ze zo behandeld was, toen was ze gered door haar held. Haar held genaamd Crusade. Hij had zijn leven geboden voor haar, en had het zelf ook overleefd. Dus eigenlijk was het eerste verhaal achteraf gezien totaal onnuttig geweest, en misschien zelfs lichtelijk gelogen. Maar Ebony hield ervan verhalen precies zo aan te passen dat het gewoon beter was. Spannender, zieliger, grappig, mooier en noem maar op. Langzaam sloten haar kleine lege oogjes zich, ze voelde zich bekeken. Maar vond het niet erg wetende dat het Crusade was die haar bekeek. Wetende dat ze hier veilig zou zijn, voor hoe lang het duurde. En met die fijne gedachte viel ze in slaap, het was een rusteloze nacht geworden voor haar, ze was die dag vreselijk moe geworden door al het vluchten en lopen. Haar kleine beentjes trilde van hoe graag ze wouden rusten. Wat ze nu deden. Langzaam dommelde ze dan toch echt weg, om weer te gaan liggen draaien en doen.


~Day two~

Langzaam voelde ze hoe ze gewekt werd door een zachte neus tegen haar tere vachtje aan. Ze tilde haar hoofd lichtjes op en keek hem aan in zijn ogen, eventjes schonk ze hem een van haar zeldzame glimlachjes, want zij mocht immers nooit emotie tonen, en kon het ook niet. Toch had ze glimlachjes, de gene die zo zeldzaam waren dat je enkel trots kon zijn als je ze zag, glimlachjes die zo teer en prachtig waren dat je erbij weg zou smelten. Bij zijn woorden kon ze het niet laten om een lange uitgerekte zucht uit haar mond te laten komen. Ze snapte natuurlijk wel hoe belangrijk het was om verder te gaan, want het 'leger' van haar vorige kudde kon hun ieder moment aanvallen. Maar konden ze niet een dag extra rusten. Nee... Natuurlijk niet. Ze knikte eventjes en stond moedeloos op, haar benen voelde vreselijk zwaar en stijf aan, ook dat nog. Spierpijn, ze had nog nooit zo lang gelopen en gerend dat dit vreselijk voorspelbaar was. Een zachte kreun verliet haar mond. Dankbaar liet ze een zachte hinnik horen toen Crusade haar hielp. Maar verder was zij emotieloos, zoals altijd, zelfs bij hem van wie ze nu al zoveel hield had ze er moeite mee haar emotie te tonen. En als ze dat dan al deed, had ze moeite deze onder controle te houden, enkel omdat ze dat nooit geleerd had. Ze strompelde de grot uit, wat door haar stijve spieren erg lastig ging. Bij het zien van het meertje liep ze er zonder ook maar een keer nadenken heen. Ze moest iets doen tegen de spierpijn, en dit zou wellicht helpen. En gelijk had ze, meteen met de aanraking van het water werden haar spieren een stuk losser dan eerst. Ze zuchtte eventjes genietend en na een tijdje stond ze rustig te grazen naast Crusade. Want immers had zij amper melk gehad, en dus ook gewoon gras eten. Langzaam volgde ze Crusade door zijn tocht naar de vallei. Ze kwamen van alles tegen, grote bomen, takken die tot over de weg hingen en die ze dus moesten uitwijken. Grote, stinkende, stenen. En uiteindelijk groeide de grond uit tot een dal. Ze stopte abrupt, haar mond werd licht geopend uit verbazing. Het dal, was prachtig. Het vroege zonnetje zorgde voor een geweldige gloed over het rustig vooruit kabbelde helder blauwe riviertje, het gras was fris groen en zag er vers uit. Het gebied, de vallei was omringd door prachtige bergachtige heuvels die net als de vallei fris groen waren met een klein helder blauw riviertje. Waarna het overgroeide tot de gletsjers, en aan de andere kant naar beneden daalde om daar over te gaan tot de woestijn. Het warme zonnetje verwarmde haar al snel, en zorgde dat het water al snel van haar vacht verdwenen was. Ook haar spieren voelde een stuk droger aan, toen klapte haar mond weer dicht en volgde ze Crusade, bewonderd om haar heen kijkend.

Yamato

Yamato

Zijn blik volgde elke beweging van de kleine merrie. Die de naam Ebony met zich meedroeg. Het was raar hoe één klein wezen zijn leven zodanig kon veranderen. Niet alleen zijn leven, maar ook hém. Het feit dat de twee veel gemeen hadden hielp daaraan mee, maar dan nog, waarom kon hij voor de kleine merrie wel emoties tonen, en voor al de rest niet? Hij wist het niet, en dat irriteerde hem lichtjes. Maar daarvan was niks te zien. Rustig begon hij te wandelen. Zodat Ebony nog goed kon volgen. Want het veulen zou waarschijnlijk kleinere stapjes maken dan Crusade zelf. Het was een warme dag en Crusade was blij dat de meeste winterharen dan ook al verdwenen. Toch was zijn vacht nog niet zo dun als die in de zomer was, en aangezien het al best warm was, zat hij nu het liefst in het water. Maar hij wist hoe belangrijk het was om door te gaan, en als Ebony sterk moest zijn dan hij ook. Dit was waarschijnlijk niet makkelijk voor haar, dus ze deed het heel goed. ‘Nog even.’ Zei hij, toen ze er bijna waren, langzaam aan kwam er meer groen in zicht en het geluid van een riviertje was ook al te horen. Het werkte kalmerend, vond hij, het zachte geluid van een stromend riviertje. Geweldig. Rustig liep hij verder, om een glimlach op zijn gezicht te krijgen bij het zien van Ebony, die verwonderd naar al het groen staarde. Het was wel schattig om zo te zien, maar hij vond het vooral mooi om te zien. Zelf was hij ook zo verwonderd geweest toen hij hier voor het eerst kwam. Alles was zoveel mooier en zo vol vrede. Zo anders dan het gebied waar hij geboren en grootgebracht was. Zo veel beter. Hopelijk was er nog kans voor Ebony, kans dat ze op kon groeien als een normaal veulen, met vrienden en geluk. ‘We zijn er.’ Zei hij, toen hij naast een beekje stond. ‘Als je wilt mag je wel wat rondkijken, het is veilig hier.’ Zei hij. En als het niet veilig was was hij toch dicht genoeg in de buurt. Hij ging recht staan, en netjes, om vervolgens zijn hoofd iets hoger in de lucht te houden. Hierna stootte hij een luide hinnik uit, om zijn hoofd weer rustig te laten zakken. De roep was naar Misha, maar hij wist niet dat hij voor ene grote verassing ging staan.

*Magni mag erbij*

Magnifico

Magnifico
Administrator


Haar gedachten gingen voor de zoveelste keer in haar leven met haar op de loop. Al had ze deze gedachte, deze film, die droom die zich elke keer weer als een verschrikking in haar gedachten afspeelde. Het stond op haar netvlies gebrand, al wilde ze het vergeten, het kon niet. Het hoorde bij haar. Het vreselijke gevoel, het vreselijke beeld. Waarom kon ze het niet van zich af schudden. Ze wilde het niet meer, ze haatte het. Het was.. het was amper met woorden te omschrijven hoe verschrikkelijk het was geweest om getuige te zijn van de moord op haar ouders. Haar moeder, ze leek exact op haar geliefde moeder. Het deed pijn, er staken pijlen door haar hart bij die gedachte. Het deed zo'n pijn in haar hart. De pijn die nodig was om iemand te breken. Hij had haar gebroken, zij had hem vermoord, maar ze was nog steeds niet geheeld. De deeltjes van haar gebroken lichaam, haar gebroken hart, waren nog steeds niet aan elkaar gegroeid. En ze zouden ook nooit weer als een geheel vormen.
Niemand had een heel hart. Een hart zonder scheuren. Ja, jonge veulens kende het geluk en de vrolijkheid in hun leven. De liefde die hun ouders gaf. Maar altijd gebeurde er wel iets verschrikkelijks in een leven van een dier. Vroeg of laat, altijd kreeg je pijn. Altijd waren er wel lege plekken in mens hart. Maar slechte paarden werden geboren met een hart dat in miljoenen stukken was geboren. Zij kende de liefde niet, de gevoeligheid, de tederheid. Zij konden het mooie van de wereld niet zien, zij wilden enkel verwoesten. Haat en pijn verspreiden. Wat voor een ziek virus vloog rond in de lichamen van die beesten.
Ze geloofde in dat paarden konden veranderen. Ze geloofde dat elk slecht paard, onder de haat en verderf die ze bij zich droegen, wel een klein hartje zat, die niet de mogelijkheid had om te groeien. Maar als hij die kans kreeg, dat het kon groeien.
Haar oren schoten naar oren bij het horen van een hinnik. Het kwam uit het midden. Dat betekende óf droogte, óf kou, óf taiga of vallei. Ze hoopte één van de laatste twee. Ze had geen zin in sneeuw - daar had ze nooit zin in - of lekker in de woestijn rond te scharrelen. Ze draafde aan, haar staart als een zweep om haar in beweging te krijgen schoot tegen haar flank. In een rustig draf tempo draafde ze richting het geluid.
Deze slimme gabber had het uit de vallei gehinnikt, iets wat ze had besloten toen ze tussen het groen door draafde. Die andere rare kwibus had het vanuit de snééuwvlakte. Van alle gebieden perse sneeuw? Argh, ze was meteen pissig. Maar nu kwam het uit de vallei, dus ze was blij.
Al snel kwamen een valk kleurige hengst en een bont veulen in zicht. Humz, twee vliegen in één klap? Ze stopte voor het duo, prentte het beeld in zich op en knikte toen naar het tweetal. ‘Magnifico, leidster van de Quiet Sparkle, tot uw dienst,’ zei ze toen tegen het tweetal, vooral gericht op de hengst, die blijkbaar de vader van het veulen was.

http://www.dreamhorses.actieforum.com

Ebony

Ebony

Bij de woorden van de hengst keek ze hem eventjes blij aan, waarna ze weg draafde in zo'n gebied kwam haar echte veulen aard weer naar boven maar ze was bang vrolijk rond te huppelen, bang om dan gemarteld te worden ze was bang om verder dan een straal van tien meter van de hengst vandaan te gaan, soms richtte ze haar blik eventjes angstvallig op de hengst, ze stond stokstijf stil toen hij een hinnik liet horen keek hem vragend aan en begreep het toen, hij riep naar Mischa de leidster van de Quiet Sparkle, dat had hij verteld. Snel draafde ze terug naar Crusade toen een merrie in beeld kwam ze had totaal geen idee hoe Mischa eruit zag dus was compleet in de veronderstelling dat dit de goede Mischa zou zijn, ze ging half achter hem staan en keek de bruine merrie angstvallig aan, bang voor dat zij haar zou mishandelen, zou martelen. Langs zijn zij keek ze de merrie aan. Magnifico? Magnifico? Maar het was toch Mischa? Haar nieuwschierig heid nam de overhand en ze trok haar mond open.
,,Magnifico? Crusade, Mischa is toch de leider?’’
Ze noemde haar pleegvader nog altijd Crusade, gelijk naar haar woorden kromp ze in een en probeerde haarzelf te verstoppen in het gras achter Crusade terwijl ze tussen het gras door naar de merrie tuurde. Ze keek van Crusade naar de merrie en langzaam drong het tot haar door dat de merrie haar niets aan zou doen, maar toch bleef ze liggen je kon er beter vanuit gaan dat het ergste ging gebeuren zodat je geen fouten zou maken.

Yamato

Yamato

Een wind speelde met zijn lange, zwarte manen. De zon scheen op zijn vacht, en enkele stofdeeltjes waren te zien in de straal licht. Het was een prachtige dag. Een geur kwam zijn neusgaten binnen vliegen, en het droeg duidelijk de Quiet Sparkle met zich mee. Maar het rook niet naar Mischa. Zijn oren gingen ietsjes naar achteren, waarom was het zo raar? Een bruin paard naderde, Mischa was ook bruin, maar deze merrie zag er anders uit. Het was Mischa niet. de merrie kwam in een draafje aan, en kwam tot stilstand voor hen. Na een blik over Crusade en Ebony knikte de merrie, om haar stem te laten horen. ‘Magnifico, leidster van de Quiet Sparkle, tot uw dienst,’ zijn ogen werden eerst groot, om zich toen tot spleetje te knijpen, en toen weer normaal te kijken. Enkele veulens kwamen in zijn gezichtsveld en kort keek hij naar Ebony. ‘Ebony, waarom ga je niet even naar die veulens daar?’ vroeg hij. Om weer voor zich uit te kijken. Hij zag hoe Ebony richting de veulens ging, en richtte zich toen op de Magnifico, de merrie die zichzelf leidster van de Quiet Sparkle noemde. ‘Waar is Mischa?’ vroeg hij, de woorden kwamen er bijna emotieloos uit. Maar het was moeilijk voor hem om emoties te tonen. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg hij daarbij nog, om de merrie recht in haar ogen te kijken. Zijn blik was serieus en stond vast op die manier. Zijn ademhaling ging ietwat sneller en samen met zijn oren die lichtjes naar achteren gingen was dat het enigste teken van emotie. Zijn blik gleed nog even weg naar Ebony. Maar alles was oké, dus richtte hij zijn blik weer pde merrie. Wachtend op een antwoord.

*Amazing-

-Flut*

Magnifico

Magnifico
Administrator

ATTENTIE: POST NIET STEEDS MET ALICIA JIJ DRUILOOR.


Pas toen ze eenmaal voor de valk hengst stond, kon ze de brede bouw van het paard aanschouwen. Hij stak minstens een neuslengte boven haar uit. De punten van zijn manen streken tot zijn schouder. Perfect glanzend en verzorgd. Haar donkerbruine ogen vlogen naar de donkere ogen van de hengst. Zag ze nou verwarring? Zijn oren stonden niet spits naar voren als iedereen haar begroette als ze aankwam. Toen ze haar naam had genoemd was zijn verbazing bevestigd. Waarom, waarom was hij in de war. Er was geen reden. Toch?
Het veulen vroeg iets, direct werd ze weggestuurd door Crusade, zo heette de hengst waarschijnlijk. Haar ogen knepen zich samen, volgde het bonte paard. Keek de hengst toen aan. Hij was uit Mischa's tijd.
Oh, god. O o o grote god. Hoe moest ze hem nu duidelijk maken dat Mischa dood was. Was hij even weggeweest. Had hij de oorlog gemist. Mischa was dood, en dat moest zij zeker vertellen. Haar lippen zakten even van elkaar af, haar ogen gingen omhoog, ze keek hem aan.
De woorden kwamen meteen zijn mond uit. Ze had het verwacht. Ze haalde diep adem, keek de hengst aan. Hoe moest ze dit zeggen. Ze wilde net zichzelf overhalen om het te zeggen, maar toen sprak hij alweer. Zijn volgende vraag. Hij deed vast zijn best om zo neutraal mogelijk te zijn.
‘Crusade, zo kan ik je noemen toch, ik weet niet hoe ik dit moet zeggen...’ Ze beet op haar lip. Ze keek hem aan, hij keek haar aan. ‘Mischa is dood.’
Ze keek even naar de grond, toen weer naar hem. ‘Er was oorlog, tussen de Horcrux, die toen nog onder leiding van Deina stond, en de Quiet Sparkle. Mischa heeft daar haar leven gegeven voor de Quiet Sparkle. Niemand anders is verder dood gegaan. De Quiet Sparkle zat zonder leider, al een hele tijd. Uiteindelijk heb ik de plaats van leider op me genomen, geen enkel lid wilde dat.’ Ze keek de hengst aan. Ze zuchtte. ‘We zijn klein, nog beschadigd van het verlies. Maar-’ ze keek de hengst aan. ‘-ik geloof dat jij een aanwinst voor de kudde zou zijn. Als Mischa je had toegelaten, laat ik je zonder andere vragen toe. Ik vertrouw op Mischa.’
Een plotselinge windvlaag deed haar voorpluk voor haar ogen vliegen zodat hun oogcontact ruw werd verbroken. Ze schudde met haar hoofd om weer zicht te krijgen. Ze hief haar hoofd weer, keek de hengst aan. Wat zou hij doen, in tranen uitbarsten, schreeuwen "dit kan niet" of "dit is onmogelijk" of "hoe heb ik dit kunnen laten gebeuren"? Ze wist het ook niet. Ze wist ook niet wat zij zou hebben gedaan als ze dit te horen kregen. Een pijnlijk verlies.
Poef, daar was de gedachte van haar zus. Nee, niet nu. Hij was belangrijker. Haar zus leefde misschien nog. Ze was enkel vermist. Al zes jaar, maar het maakte niet uit. Ze maakte zich goed, ze zou nu pas tien jaar zijn. Dat was niet oud. Vanzelf zouden ze weer bij elkaar komen. Maar de last was weer bijna te zwaar. Zes jaar, ze zouden toch wel weer bij elkaar komen, ooit?
Met een zwier van haar hoofd, alsof het zou helpen, schudde de gedachte weg. Amourette kwam later aan de beurt, nu draaide het om Crusade.


http://www.dreamhorses.actieforum.com

Ebony

Ebony

Gelijk naar haar woorden werd ze weggestuurd door Crusade. Ze draaide zich om en keek naar de veulens. Eventjes slikte ze duidelijk hoorbaar. Moest ze daar heen? Stel dat zij ook gemeen waren en haar pestte en mishandelde? Stel dat ze haar zouden vermoorden met haar zouden vechten. Ze keek Crusade licht angstig aan hopend dat hij zou besluiten dat ze toch mocht blijven. Maar toen legde ze zich er maar bij neer dat haar lot bevestigd was, ze zou altijd het pispaaltje blijven, getraumatiseerd door de gebeurtenissen van vroeger slofte ze verder op naar de veulens. ‘Mischa is dood.’ Volgens haar was het niet helemaal de bedoeling dat ze het hoorde, maar ze hoorde het. Gelijk stond ze stil. Haar ogen wijd open, langzaam draaide ze een kwartslag – haar ogen op Magnifico gericht. Ze wist maar al te goed wat de dood betekende, zij was het zelf als Crusade haar niet beschermd had. Onschuldig zette ze een voor een kleine passen naar voren – haar ogen nog steeds op die van Magnifico. Haar lippen bewogen haast onmerkbaar alsof ze een fluistering maakte. ,,Dood?’’ Fluisterde ze zachtjes tegen de merrie. De merrie genaamd Magnifico vertelde verder. Ebony luisterde het aan, haar oogjes blonken verdrietig. Plots prikte er tranen in haar ooghoeken, iets wat duidelijk zichtbaar zou zijn voor Magnifico of Crusade. Met de gedachte aan de dode Mischa sprongen herinneringen uit het verleden op. Herinneringen die haar getraumatiseerd hadden, maar ze schudde haar hoofd toen ze een traan over haar wang voelde biggelen. Ze mocht er niet meer aan denken, ze moest niet zo met haar emoties te koop gaan lopen, ze was een veulen en die waren gewend hun ouders na te doen hun gedrag en zo had ze van Crusade min of meer geleerd haar emoties af te weren. Maar waarschijnlijk was het de twee volwassen paarden al opgevallen dat ze zwak was geweest, sommige paarden zouden haar neutraal noemen, hard als ze was geworden, maar diep van binnen was ze onzeker en bang voor iedere vreemdeling.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum