Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Guess who i am, guess where i come from...

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Itz

Itz

Het ritmische geluid van hoefstappen weerklonk er in dit gebied. Zachte zwiepen van een staart zou zo je oorschelpen binnen kunnen dringen en je totaal gek maken. Het was verder stil, iets té stil. Het ritme van de hoefstappen werd trager en trager totdat je ze niet meer kon horen. Het begon zacht te sneeuwen. Dit gebied was al helemaal wit, eeuwig wit. Zijn kijkers gingen vredig rond, iedere seconden zetten zijn neusvleugels zich wijd uit, zijn flanken gingen vredig op en neer. Diep van binnen, in bescherming van zijn ribbenkast bonkte zijn hart ritmisch. Zijn oren gingen van voor naar achteren en naar buiten. Om alle geluid op te pikken. De zwart/blauwgrauwe manen hingen over zijn hals, aan de ene kant hing alles en aan de andere kant niets. Zijn staart was geheven en sloeg iedere seconde tegen zjin flanken. Nog altijd heerste er een doodse stilte hier, wat opmerkelijk was maar hij wist niet wat hij kon verwachten.
Itz schudde zijn hoofd en zette een pas opzij. Rustig ging zijn hoofd rond en zette hij een stapje naar voren. Zijn oren waren iets naar achter gedraaid maar dat maakte niets uit voor zijn geaardheid. Hij had er geen. Itz was slecht als hij wou, Itz was goed als hij wou en Itz was neutraal als hij wou. Meestal toonde hij geen emoties maar hij was aardig en zelfverzekerd. Niet bepaald iemand om veel te zeggen maar hij kon zeker niet zwijgen. Nog altijd wiebelden zijn oren heen en weer dus legde hij een naar achter en eentje naar voren. Een zachte hinnik vormde er in de lucht, het zweefde nu naar een paard. Een paard waarbij je “u” tegen zou kunnen zeggen. Iemand die net als hij was. Iemand die hem zou kunnen begrijpen en gewoon iemand om te praten. Dat alles zonder afgekraakt te worden. Bij de gedachten al begon zijn hart krachtiger slaan maar liet niets zien aan de buitenkant. Rustig zette hij de gedachte af en liep met zachte passen naar het meer om vervolgens daarover heen te staren. Zijn vacht was bedekt met een klein laagje sneeuw. Het was altijd mooi, de winter. Vooral in zijn vroegere land, in de andere tijden. Voordat de tijden veranderden… Voordat hij gedwongen was om mee te doen. Mee te doen met barbaarse dingen. Rustig zuchtte hij en verhief zijn hals een beetje. Iets hoger, zonder enkele emoties. Toch kon je zien dat hij niet onvriendelijk was. De blauwe ogen van de hengst gingen naar een schim. In schim in de verte.

[Yara only =3]

Yara

Yara

De zachte hoefslagen van het totaal uitgeraggelde paard klonken weer in het zilveren meer. Met haar hoofd naar beneden gericht liep de merrie voort. Toen ze zag dat er een boom voor haar lag keek ze op. Het had waarschijnlijk gestormt. Yara zuchte en draafde aan, sprong er zonder enige moeite overheen. Amani.. Ze was weg! En Painted Black had ook de kudde niet meer, sterker nog, Painted was ook weg. En kleine Padeau? Dat wist de merrie niet. Waar zou Padeau nu zijn? Hopelijk bij Amani. Vast wel. Yara hief haar hoofd iets toen de geur van een onbekend paard bij haar binnen kwam. Ze zwiepte eens met haar staart en sjokte verder. Waarom ze er zo verslagen bij liep? Geen idee, Alles had er mee te maken, Madness, Zeus, Dark Spirit, Plata, Amani, alles en iedereen. Ze moest aan haar eerste ontmoeting denken. Dat was een grote zwarte fries. Hoe heette hij nou ook alweer? Star Bust. Yara zuchte, en verscheen toch nog een glimlach op haar gezicht. Ze zou gewoon nieuwe vrienden maken, en dat zou beginnen bij dit paard. Ze stapte door, maar stopte bijna meteen weer. Ze hielt haarzelf voor de gek. Ze kon er niet tegen dat iedereen zomaar weg was. ze zuchtte en zette haar pas voort naar het paard, een appelschimmel. Met heldere blauwe ogen, die waarschijnlijk dwars door de hare heen konden kijken. Maar toch zag de hengst er zelfverzekerd en aardig uit. Iemand waar mee je niet moest spotten. Ze knikte als begroeting naar de hengst.

Itz

Itz

In de verte zag hij de gestalte naderen. Het leven kwam met het paard mee, de vogels begonnen opeens duidelijk te zingen. Te kwetteren en te krassen, geen enkele schoot uit de maat, geen enkele zong vals, een orkest waaide zo opeens aan. Met een kleine glimlach luisterde hij ernaar, met een oor naar achteren en eentje naar voren. Toch raar, eerst was het doods stil geweest en nu was er een prachtig orkest. Eigenlijk had hij dat vaker. Geluiden vielen hem niet op, alleen als hij gezelschap kreeg. Dan hoorde hij de geluiden die bij het karakter paste. Het orkest gaf aan wat hij moest doen, hij voelde het gewoon aan.
Van zijn geheven hals maakte hij een gekrulde hals en keek in de ogen van het bonte paardje. Een mustang schatte hij en de merrie was niet onknap. Toch leek de merrie verdrietig. Moest ie helpen? Wie weet. ’Laat je verdriet wegvloeien met de aarde. Leef in het nu, niet in het verleden.’ Sprak hij met een lage, bemoedigende stem. Zijn spieren spanden aan, de rode spier binnen de bescherming van zijn ribbenkast begon krachtig bloed te pompen. Hij voelde het door zijn lijf vloeien. Als een tedere aanraking. Zonder het te kunnen verhelpen rilde hij van genot. Het gaf je zo’n goed gevoel. Niemand die dat gevoel kon afpakken. Het bloed nam zijn lucht mee, de lucht die schoon was. Zijn uitademing had stoffen uitgeblazen die niet in zijn longen hoorden. Die stoffen namen de bomen weer op om dat weer om te zetten in goede lucht. Je kon niet zonder natuur.
Itz richtte zijn ogen weer op de bonte merrie. Niets in hem verraadde de drukte die binnenin hem school. Het was een schaduw, alles wat er in hem gebeurde. Een onzichtbare schaduw. Eigenlijk was Itz niet echt een prater, hij was een kijker en een luisteraar. Praten hoefde soms niet eens. Als je hem voor het eerst ontmoette zou hij praten, naarmate de tijden verstreken zou Itz steeds minder praten maar meer emoties en gevoelens uiten. Zo had je veel aan hem.
Hij bolde zijn flanken en nam een hap adem. Zijn blauwe kijkers keken over de merrie heen. Wachtend, met tijd.

Yara

Yara

Het paard krulde zijn hals en keek in haar ogen. ’Laat je verdriet wegvloeien met de aarde. Leef in het nu, niet in het verleden.’ Sprak hij met een lage, bemoedigende stem. Yara hief haar hoofd, misschien wel wat geschrokken, en liet hem toen weer zakken. Laat je verdriet wegvloeien met de aarde. Leef in het nu, niet in het verleden. Galmde het na in haar hoofd. Kon ze dat nog? Ze keek het paard weer aan en knikte dankbaar. "Dat kan niet meer" zei ze zachtjes, maar vriendelijk. "Yara." zei ze erachteraan. De hengst zou maar zien of hij zijn naam wilde zeggen. Ze bekeek de hengst eens goed. Hij was echt knap... Ze schudde zich eens uit en liep naar het meer toe om te drinken. Ze wachte op een andwoord van de hengst.

Itz

Itz

Het orkest begon vorm te krijgen, geen zooitje maar echt een prachtig orkest. Hier en daar een kleine piep enzo. Dit waren vogels die het goed hadden in de winter en dus bleven. Het wijsje begon te komen en de bomen hadden nu grip gekregen op het ritme om vrolijk meet te waaien en zo iets moois maakte van het al prachtige orkest.
Zijn blauwe ogen waren strak op de merrie gericht. Die had haar hoofd even ietwat geschrokken geheven. Itz deed er niets aan, ze moest zelf maar uitzoeken of dat voor haar uitkwam. Of dat nog in haar drukke schema zou passen. ’Dat kan niet meer.’ Zei ze zachtjes en noemde daarna haar naam. Yara. Itz schudde zijn hoofd bemoedigend. ’Dat moet je zelf bepalen. Je moet gewoon sterk zijn.’ Sprak hij terwijl hij de bewegingen van de merrie volgde. Die ging drinken. Itz schudde zijn hals weer, over een tijdje zou dat niet meer kunnen, dan zou iedereen iets anders moeten bedenken om aan water te komen.
Zelf verzette hij zijn gewicht naar voren en sloeg met zijn achterbeen een vervelende vlieg weg. Gelukkig zouden die beesten voorspoedig oprotten, opsouten. Huppa. Boem. Weg.
De hengst besefte dat hij zijn naam nog niet had gezegd. ’Itz.’ Stelde hij zich voor. Niemand wist waarom hij Itz heette. Itz zelf misschien. Misschien niet. Het was gewoon ook een leuke naam. Zonder te weten waar hij zijn ogen nu maar op moest richten richtte hij ze maar op Yara. Ze was knap, dat zeker.

Yara

Yara

’Dat moet je zelf bepalen. Je moet gewoon sterk zijn.’ Sprak hij. Yara draaide haar oren naar hem toe, en stopte met drinken van het koude water. Ze liep weer terug. "Je weet niet wat er is gebeurt." zei ze. Oke, aan haar lichaam kon je zien dat er héél wat met haar gebeurdt was. Een plek zonder litteken was zeldzaam op haar vacht. Oke, dat was ook wel weer overdreven. ’Itz.’ Stelde hij zich voor. Itz.. Leuke naam! Dacht Yara. Ze grinnikte eens en schudde zich uit. "Leuke naam" zei ze met een grijns. Waarom ze nu ineens weer vrolijk was zou voor niemand duidleijk zijn. Ze voelde dat de hengst naar haar keek en glimlachte nogmaals. Het was ondertussen zachtjes gaan sneeuwen, waardoor er een laagje op haa vacht kwam te liggen.

Itz

Itz

Dat het gestopt was met sneeuwen had Itz nog niet eens gemerkt. Hij was betoverd geweest door het orkest. Alsof er een opera bezig was hoorde hij opeens een schelle noot, langdurig en enorm irritant. Van afkeer draaide hij zijn oren naar achteren om even een trap tegen de stam te geven. Het koor begon weer goed te kwetteren en wat tevredener draaide zijn ene oor weer naar voren. Niet dat hij een hekel had aan valse noten maar in dit geval moest het gewoon, zo vals dat het was. Zijn manen werden weer elk kant op gezwaaid en zijn staart was weer bezig met de overuren.
Het geluid van haar stem deed hem opkijken van wat hij aan het doen was. ’Het zal makkelijk te raden zijn.’ Sprak hij vriendelijk bij het zien van de littekens. Hoe kon zo’n jong paard al zo erg gekweld zijn door het leven? Goed, zelf was hij niet ouder dan de merrie en was hij ook duizendmaal gekweld geweest.
De hengst zette de gedachte weer van zich af en liet geen enkele gevoelens zien. Een masker was er niet, Itz had gewoon niets om te laten zien. Er was niets te showen. De gekruiste Andalusier keek over de mustang heen toen die grinnikte. Hij knikte bij het compliment en glimlachte rustig. ’De jouwe is minstens zo mooi.’ Complimenteerde hij terug.
De sneeuw viel weer en het orkest verdween weer. Het was nu gewoon doodse stilte. Stilte om hem heen. De schaduw viel over hem heen. Zijn blauwe ogen leken licht te geven en rustig stapte hij uit de schaduw. Zijn vacht was weer bedekt met een klein laagje sneeuw. Hoe prachtig het ook was, Itz hoopte dat het snel weer zomer zou worden.

Yara

Yara

"Het zal makkelijk te raden zijn" sprak Itz vriendelijk. Verslagen kerk Yara naar de grond. "Ik heb mn leven vergooit" antwoorde ze. "De jouwe is minstens zo mooi" zei hij. Yara keek op. Ondanks zijn eeuwige kalmte en vriendelijkheid, was er geen masker bij deze hengst te ontdekken. Eindelijk een eerlijke hengst. "Ik weet niet hoe. Je het doet, maar je hebt me tot rust gebracht." ze neeg haar hoofd iets als teken van dankbaarheid.

(Sorry van de kortheid)

Itz

Itz

Zijn adem maakten wolkjes en de hemel werd verrijkt door sneeuwvlokjes. De winterwonderland maakte aanstalte om de herfst uit te dagen en te overheersen. Je moest het maar leuk vinden.
Geluid drong zijn oorschelpen binnen en hoorde Yara iets zeggen. Hij brieste afkeurend en schudde zijn hoofd. ’Ligt eraan. Vind jij dat en zit het tussen je oren of kan je me uitleggen waarom?’ Vroeg hij met een minuscule glimlach.
De merrie keek op en opende haar mond om iets te zeggen. ’Ik weet niet hoe je het doet, maar je hebt me tot rust gebracht.’ Sprak ze waarna ze haar hoofd bewoog. Zijn glimlach werd iets kleiner maar zijn ogen stonden vriendelijk en wijs. Even hield hij beide oren gespits om de ene weer naar achteren te buigen. Hij knikte naar Yara en bekeek haar eens goed. ’Als je wilt kan ik je beschermen tegen anderen…?’ Bood hij aan.

[flut sorry]

Yara

Yara

Itz sprak weer zijn rustgevende woorden. "Oke, ik zal het is proberen. Ik heb een broer, Zeus. En hij is vastbesloten me te doden. Vorig jaar ofzo is hij ook naar Dh gekomen. Een derde van die littekens zijn van hem. Ik... Ik keam madness tegen. Ook hier. Ik wilde slecht worden, ze heeft me getraint. Dark Spirit ook. Toen in de woestijn kwam ik Tarzan tegen, die heeft me weer goed gemaakt. Toen kwamen Madness en dark nog gezellig aanzetten, en door hun heb ik die andere littekens." ze dacht even na, ja dat was alles wel. Itz sprak weer. "Als je wilt kan ik je beschermen tegen anderen...." zei hij. yara keek hem niet begrijpend aan. "Hoebedoel je?" vroeg ze.

Itz

Itz

De merrie voor hem leek echt tot rust zijn gebracht. Net als de vogels met hun mooie koor. Net waren de stemmen gedoofd en was het compleet stil geworden. Alleen twee stemmen weergalmden soms door het zilveren meer. Het was rustgevend en kalm. De ene lage stem was kalm, zonder grote gevoelens. Het was vriendelijk en wijs maar niet te groot. De andere wat hogere stem was af en toe wat… Onuitlegbaar. Tweestrijdig zegmaar.
Itz schudde zijn hoofd, de sluike manen schudden van links naar rechts en vielen dan aan een kant van zijn hals en schudden daarna nog wat van de wind. De wind speelde nog mee met het koortje dat er niet meer was. Het was vrolijk, deprimerend en toonloos tegelijk. Het was mooi. Even wiegde zijn hals van links naar rechts op een bepaald wijsje. De blauwe ogen waren voor een kleine seconde gesloten.
’Oke, ik zal het proberen. Ik heb een broer, Zeus. En hij is vastbesloten me te doden. Vorig jaar ofzo is hij ook naar Dh gekomen. Een derde van die littekens zijn van hem. Ik… Ik kwam Madness tegen. Ook hier. Ik wilde slecht worden, ze heeft me getraind. Dark spirit ook. Toen in de woestijn kwam ik Tarzan tegen, die heeft me weer goed gemaakt. Toen kwamen Madness en dark nog gezellig aanzetten, en door hun heb ik die andere littekens.’ Zo een hele mond vol. Itz zweeg. Goed, slecht, goed.
’Weet jij zelf wat je bent?’ Vroeg hij bedenkelijk. De grote hengst ving de niet-begrijpende blik van Yara op en glimlachte weer kleintjes. ’Als je me nodig hebt kan ik je helpen en verdedigen. Met vechten of om de paarden onder ogen te komen… Zonder meer littekens op te lopen.’ Legde hij uit.
Binnenin hem werd het een beetje warm en zijn hart begon sneller en wilder te kloppen. Met een paar keer ademhalen was dat weer weg. De drukte binnenin hem was verborgen. Verborgen onder zijn vacht.

[flutje weer]

Yara

Yara

"Weet je zelf wat je bent?" vroeg Itz toen. Gja wat was ze... "Ik? Ik ben waardeloos." wat was dat nu weer voor een andwoord? "Ehh, sorry. Ik ben nogsteeds goed." zei ze er snel achteraan. Itz legde uit wt hij bedoelde. "Dan krijg je dezelde hoeveelheid littekens als mij. Nee, mijn vacht moet gewoon aangroeien, het valt er vanzelf overheen, ik had er eerst nog meer." zei ze. "Waarom... Waarom bied je me dit aan? Je kent me amper." vroeg ze toen. Ze moest denken aan multi, die zo verbaast had gekeken bij haar eerste litteken op haar hals. Zeus die ook nog zo zwak was het kleintje een klap te verkopen. Dakota, die hasr beschermt had, en dat alles op en plek....

Itz

Itz

Zijn gedachten gingen naar iets, iets heel anders. Zijn vroegere leven. Hij fronste boos maar daarna werd zijn uitdrukking weer anders. Neutraal. Dan naar goed. Voor zijn netvlies verscheen een beeld, een beeld van vroeger. Littekens op een blauwgrauwe/appelschimmelige vacht. Een jong paard verscheen daarna en het keek bang.
Woedend smeet hij de gedachte in een prullenbak en legde zijn andere oor even naar achteren. Zijn blik vuurde maar niet naar Yara, naar de overkant, naar niets. De hengst schudde zijn hoofd en bedaarde langzaam. Itz schraapte zijn keel en spitse nu beide oren.
Een snuivend geluid maakte hij en zijn kijkers werden gericht op Yara die zojuist antwoord had gegeven. Hij zwiepte even met zijn staart en zette zijn achterbenen onder zich. Naast hem stond een boom en licht steigerend schuurde hij zijn schouder eraan. Het kon niet hard genoeg gaan als hij jeuk had. Tussen het schuren door gaf hij antwoord. ’Daar moet je niet in geloven. Jij bent niet waardeloos. Je bent knap en lief.’ Het floepte er een beetje uit. Ookal schaamde hij zich vanbinnen, vanbuiten bleef het kalm. Itz hoorde dat ze zei dat ze nog steeds goed was. ’Goed zo maar bedenk, goed kan ook slecht zijn en slecht ook goed. Zonder goed en slecht was er geen balans op de wereld. Ik ben alledrie. Als ik het wil ben ik slecht, als het nodig is ben ik neutraal en als mijn humeur het zegt ben ik goed.’ Zei hij ietwat grijnzend.
’Dan krijg je dezelde hoeveelheid littekens als mij. Nee, mijn vacht moet gewoon aangroeien, het valt er vanzelf overheen, ik had er eerst nog meer.’ zei ze. ’Waarom... Waarom bied je me dit aan? Je kent me amper.’ Vroeg ze toen. Itz grinnikte zacht. ’Omdat je anders je hele leven verziekt. Je moet niet denken dat alles goed op zijn pootjes komt. Ik bied je gewoon hulp aan.’ Sprak hij daarna serieus. Zijn mond was gevormd tot een kleine trek. Niet chaggie maar ook niet neutraal. Gewoon… Itzy.

[woesjj, inspi komt langzaam terug =3]

Yara

Yara

’Daar moet je niet in geloven. Jij bent niet waardeloos. Je bent knap en lief.’ Het floepte er een beetje uit. Yara keek hem aan. Zei hij dat nou echt? Ze grinnikte even in zichzelf.
’Goed zo maar bedenk, goed kan ook slecht zijn en slecht ook goed. Zonder goed en slecht was er geen balans op de wereld. Ik ben alledrie. Als ik het wil ben ik slecht, als het nodig is ben ik neutraal en als mijn humeur het zegt ben ik goed.’ Zei hij ietwat grijnzend. Dat was nog eens een paard dat zich niet liet beïnvloeden. ’Omdat je anders je hele leven verziekt. Je moet niet denken dat alles goed op zijn pootjes komt. Ik bied je gewoon hulp aan.’ Sprak hij daarna serieus.
"Dat denk ik ook allang niet meer, ik weet veel beter." zei ze kalm.

Itz

Itz

Geritsel. Gestippelde oren draaiden naar het geluid, gevolgd door de wending van de hals en nieuwsgierig twinkelende oogjes. Heel even geen aandacht voor diegene waar er een conversatie mee was. Niets had zijn oogbereik binnengedrongen en iets verstoord werd de hals weer van het geritsel afgewend.
Gegrinnik volgde uit de mond van het bonte paard. Donkere manen werden geschud toen de hengst zijn lichaam schudde. Een achterbeen was opgetild en laten zakken met een plof.
Weer geritsel, ditmaal harder en duidelijker. Zonder op de hoede te zijn draaide Itz zich nu volledig om, langzaam, met droge plofjes draagden zijn hoeven zijn lichaam naar de struik die het geluid had gemaakt. Zijn oren waren naar achteren gedraaid en bijzonder nieuwsgierig waren zijn blauwe ogen. Toen de hengst zijn hals strekte ving hij een bekende geur op, iets waardoor hij even zacht hinnikte. Ditmaal werd zijn houding voorzichtiger. Een fluwelen neus duwde struiktakken weg en er verscheen een klein wolfje. Nog net geen maand. Een kleine grijns vulde zijn smoel. Voorzichtig duwde hij het kleintje uit de struiken en blies in zijn vacht. Itz streek met zijn neus over het hele vachtje zodat zijn geur eromheen hing. Hij zou het ding beschermen, waarom en hoe wist hij niet maar zo vaag wist hij dat het ding anders dood ging.
’Yara, excuses voor het feit dat ik ergens anders mee bezig was.’ Mompelde hij zacht.

Yara

Yara

Het was duidelijk dat Itz met iets anders bezig was. Yara spitste haar oren. Geritsel. Dat hoorde Itz dus ook. Ze zeiden allebij niets, afwachtend wat het was. Nog een keer was geritsel te horen. Itz draaide zich nu om naar de richting waar het vandaan kwam. Itz sterkte zijn hals en snoof. Blijkbaar herkende hij de geur want hij hinnikte zachtjes. en zijn houding werdt voorzichtiger. Er verscheen een klein wolfje net een maand oud. Yara keek spiedend om zich heen, dan zou de moeder ook wel in de buurt zijn. Itz streek met zijn neus over de vacht van het beestje. Yara glimlachte. ’Yara, excuses voor het feit dat ik ergens anders mee bezig was.’ Mompelde hij zacht. Maar Yara schudde haar hoofd toen ze nog wat geritsel hoorde. De ouders van het kleine beestje? Misschien.

Itz

Itz

Alweer klonk er geritsel. Wie of wat zou het nu zijn? De ouders? Broers, zussen? Een snuivend geluid klonk er uit twee neusgaten, neusgaten van een volwassen paard. Een grauwig, volwassen paard. Met een geweldige naam die zowat niemand wist. Een spinnetje. Nee grapje.
Itz snoof nogmaals en brieste zacht. De pup piepte angstig en trilde opeens als een rietje. Twee krijsende janken schalden opeens door het gebied, hartverscheurende janken en toen… toen was het stil. Angstaanjagend stil. Onzeker werd er met wat oren gedraaid. Niet mogelijk om wat te zeggen, al zeiden de lichaamsdelen van de hengst wel wat dingen. Alarmbellen waren allang in zijn hoofd gerinkeld, zijn hart klopte krampachtig, alsof dat de laatste slagen waren en verder waren gewoon veel dingen van slag in hem. Aan de buitenkant was hij koel en dacht hij na, het was het onbewuste instinct wat hem aan deed. Het instinct dat vertelde dat je moest vluchten maar zijn kop zei dat ie slim moest zijn.
Het welpje was tegen zijn been aangekropen en zijn donzige vacht liet de grote beschermer onbewust rillen, rillen van blijheid of wat dan ook. Itz snoof zachtjes en keek ingespannen naar de struiken maar alles was intussen weer normaal, de vogels waren begonnen met fluiten en de wind woei weer gewoon zoals altijd. Weg onveilige sfeer.

Yara

Yara

Itz snoof, de pup piepte een paar keer en trilde als een rietje. Twee krijsende janken schalden door het gebied. Yara snoof, en hief haar hoofd. Angstaanjagende janken en toen was het stil. Té stil. Ze zeiden niets, maar toch ook zoveel. Woorden waren nu niet nodig. Nerveus haalde Yara omde beurt haar voorhoeven van de grond, om ze daarna weer neer te zetten. Itz snoof zachtjes en keek in gespannen naar de struiken, maar er was niets meer. De vogels waren weer gewoon aan het fluiten en alles was weer normaal, weg onveilige sfeer, maar toch was zij nog niet helemaal tot rust gekomen. De twee janken klonken nog weer in haar hoofd..

Itz

Itz

Met zijn voorbeen duwde hij zachtjes de pup naar de struiken en liep achteruit zonder zijn blik af te wenden van de struiken. Het ritselde eventjes en de pup liep zachtjes weg. Toch wel jammer. Ja, toch wel jammer. Zacht snoof hij en keek Yara glimlachend aan. Itz was een denker en genoot van de stilte. Misschien waren zijn gedachten van net onterecht geweest en daar baalde hij een beetje van maar het was gebeurd en niet eens heel erg. Nog even dacht hij na waarna hij langzaam knikte met een vriendelijke glans in zijn ogen. ’Ik zie je nog een keertje Yara. Tot later…. Misschien.’ Zijn stemgeluid was laag en brommend. Die van een wijze, lieve heer. Een denkertje.
Itz ging niet weg omdat hij Yara niet mocht of alleen wou zijn maar ergens wachtte iets in een gebied ergens wat hij niet wist. Grappig. ’Ja, tot later. Bevestigde hij warm.

Nieuw topic ergens ooit AWESOMENESS

Yara

Yara

’Ik zie je nog een keertje Yara. Tot later…. Misschien.’ Zijn stemgeluid was laag en brommend. Yara knikte. Mocht hij haar niet? Jawel toch? "Okee, ik zie je nog wel" zei ze zachtjes. ’Ja, tot later. Bevestigde hij warm. Yara glimlachte en stapte richting de "uitgang" van het meer. "Leuk om je ontmoet te hebben" zei ze wat verlegen, waarna ze doorstapte en Weg ging...

Mwah flut!

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum